AstraZeneca verdedigt zich in Brusselse rechtszaal
De rechtszaak van de Europese Commissie tegen AstraZeneca over achterstallige levering van coronavaccins is woensdag begonnen. De commissie eist onder meer dat ook de Britse fabrieken van de vaccinmaker aan de EU gaan leveren, maar AstraZeneca blijft weigeren.
AstraZeneca levert al maanden veel minder vaccins dan afgesproken in het contract, dat onder Belgisch recht is gesloten. De commissie stapte daarop naar de rechtbank in Brussel om het bedrijf te dwingen alsnog meer en sneller te leveren. Die laat beide partijen op 26 mei uitgebreid aan het woord en wil de maand erop een oordeel vellen over het conflict.
Het contract tussen de EU en de Brits-Zweedse fabrikant vermeldt ook de inzet van twee Britse fabrieken. Maar AstraZeneca houdt vol dat die zijn gereserveerd voor het Verenigd Koninkrijk. Volgens de advocaat van het bedrijf is het niet verplicht om ook de Britse fabrieken voor de EU te laten draaien. AstraZeneca zegt te betreuren dat het van een rechtszaak is gekomen.
„We vragen al van meet af aan dat het bedrijf levert wat is toegezegd”, zegt een woordvoerder van de commissie. „Onderhandelingen hebben niet geleid tot de resultaten waarop we hoopten. Maar dat blijft ons doel en we menen voor die claim heel sterke argumenten te hebben.”