„Israël moet zijn veiligheid garanderen. De acties tegen de Palestijnse terroristen zijn daarom noodzakelijk”, zegt Evers. Wel betreurt hij het dat daarbij zo veel doden vallen. „Maar de Palestijnse aanslagen kan Israël niet over zijn kant laten gaan.”

De stichting ”Een ander Joods geluid” (EAJG) is het daar niet mee eens en spreekt haar afschuw uit over het Israëlische militaire geweld tegen de Palestijnse bevolking. EAJG liet weten dat „de 35 jaar durende Israëlische bezetting, de voortdurende onderdrukking, vernedering en provocatie van de bevolking de Palestijnen tot wanhoop hebben gedreven en jongeren tot afschuwwekkende zelfmoordacties” heeft aangezet.

De EAJG, met prominente leden als voormalig burgemeester van Amsterdam E. van Thijn en oud-minister H. d’Ancona, wil dat de Nederlandse regering en de EU Israël dwingen tot een onmiddellijke terugtrekking uit de Palestijnse steden.

Directeur drs. R. M. Naftaniel van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) noemt het militaire optreden van Israël slechts een tijdelijke oplossing. „De regering reageert op de woede van het Joodse volk over de aanslagen. Het volk vraagt om actie. Het militair optreden roept natuurlijk wel Palestijns geweld op. De enige oplossing vormen een wederzijdse erkenning en een onafhankelijke Palestijnse staat.”

H. Markens, voorzitter van het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap, zegt dat het de plicht is van de Israëlische premier, Sharon, om zijn volk en land te beschermen. „De aanslagen eisen te veel onschuldige levens. Daar moet wat aan gebeuren.”

De isolering van Arafat is volgens Naftaniel en Evers noodzakelijk. „Arafat is niet meer in staat de rust in het gebied te garanderen. Daarom moet Israël de touwtjes in handen nemen”, meent Evers. „De Palestijnse leider kon of wilde de tereuracties niet stoppen. Hij is dus een waardeloze onderhandelaar”, zegt Naftaniel.

Het Centraal Joods Overleg (CJO) heeft in een brief aan minister Van Aartsen (Buitenlandse Zaken) zijn verontwaardiging over de Palestijnse acties geuit. „Het doden van willekeurige burgers om een politiek doel te bereiken, is immoreel en in strijd met de menselijke waardigheid. Dit handelen roept bij de Nederlandse Joden diepe verontwaardiging, walging en intens verdriet op”, staat er in de brief te lezen.

De gebeurtenissen in het Midden-Oosten baren de Joodse gemeenschap ook veel zorgen. Veel Joden hier hebben daar vrienden, kennissen of familieleden. „Soms hoor je dat een bekende van iemand in Nederland gewond is geraakt of is gedood”, zegt Markens.

De Joodse gemeenschap is ook bezorgd over de aanslagen op Joodse doelen in Frankrijk en België. „In Nederland zal dit waarschijnlijk niet gebeuren, omdat de verstandhouding tussen de Joden hier en de rest van de bevolking goed is.” Naftaniel en Evers zijn het met hem eens. „In Nederland hebben Joden en moslims altijd goed met elkaar kunnen opschieten”, aldus Naftaniel.

In Frankrijk hebben onbekenden in Marseille, Toulouse, Lyon en Straatsburg Joodse doelen aangevallen. Daarbij brandde een synagoge in Marseille compleet af. In Brussel gooiden onbekenden benzinebommen bij een synagoge naar binnen.