Column (ds. J. Belder): Opruimen
Vandaag regent het lintjes. En vanwege de coronamaatregelen zal de bui nog wel enkele dagen aanhouden. Bijna 3000 decoraties wachten op een ontvanger. Op iemand die zich op de een of andere manier verdienstelijk maakt voor de samenleving.
Ik breek een lans voor de mensen die in grote getrouwheid, nota bene op basis van vrijwilligheid, de openbare ruimte ontdoen van andermans rommel.
De Volkskrant publiceerde onlangs een megafoto van het Amsterdamse Vondelpark na kortstondige overbevolking van feestende jongeren die iedere regel aan hun laars lapten. Overal papier, blik, plastic en lege lachgasballonnen. Daartussen gele (Jumbo) en blauw-witte zakken (AH). Onze jongeren zijn toch zeer bezorgd over de toekomstige leefbaarheid van de planeet, nog meer dan de ouderen?
Niettemin belanden er jaarlijks gemiddeld 75 miljoen (!) plastic flesjes in de openbare ruimte, achttien olympische zwembaden vol. Per 1 juli moet dat anders worden. Dan wordt er na twintig jaar discussiëren en lobbyen statiegeld ingevoerd: 15 cent voor kleine flesjes, 25 voor verpakkingen van een liter en meer. Duitsland ging ons achttien jaar geleden al voor met een heffing van 25 cent. En het helpt. Kinderen, daklozen en ouderen met weinig inkomsten zamelen de rommel graag in. Wat mij betreft komt er ook statiegeld op mondkapjes, waarvan er nu vele in heggen en aan takken wapperen. Tot in het bos liggen ze. De wegwerpcultuur ten voeten uit.
Ook op blik komt statiegeld. Helaas pas in 2022. Of 15 cent helpt is de vraag. De slogans ”Houd Nederland schoon” en ”Met hetzelfde gemak gooi je het in de afvalbak” helpen niet.
Ook lege blikjes slingeren overal. Tot in de weilanden toe. Grote kans dat die straks verdwijnen tussen de messen van de grasmaaier en in het slechtste geval in een koeienlijf eindigen. Jaarlijks gaat een x-aantal runderen dood aan de gevolgen daarvan. En niet alleen zij zijn slachtoffer.
Er is nog heel wat bewustwording nodig in de strijd tegen zwerfafval. Dat is alles –tientallen miljoenen kilo’s– wat niet in de afvalbak terechtkomt. Misschien helpt het als de opruimers een maand lang alles overal laten liggen. De boel verdwijnt niet vanzelf. Een peuk heeft ruim twee jaar nodig om af te breken. Kauwgom doet er meer dan twintig jaar over en een blikje een halve eeuw. Veel plastic flessen zijn zelfs niet-afbreekbaar.
Wat mij betreft: een lintje voor al die trouwe onbezoldigde schoonmakers! Misschien een idee voor onze jeugdverenigingen: help je eigen omgeving schoon houden. Handen uit de mouwen.