Slavernijcollege komt door corona later met advies aan kabinet
Het college dat in opdracht van het kabinet de discussie over het Nederlandse slavernijverleden verder op gang moet brengen, heeft meer tijd nodig. Door de coronacrisis is het eindrapport pas op 1 juli klaar, in plaats van twee maanden eerder. Dat schrijft minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) vrijdag in een brief aan de Kamer.
Juli vorig jaar begon het adviescollege dialooggroep slavernijverleden, zoals het college voluit heet, aan een reeks gesprekken over het Nederlandse slavernijverleden. Er werd gereflecteerd op de effecten van de slavernij op de huidige samenleving. Dat gesprek wordt gevoerd in zowel het Europese als het Caribische deel van het koninkrijk.
De gesprekken vinden plaats in onder meer de sport, cultuur en het bedrijfsleven. Het was eigenlijk de bedoeling dat er fysieke bijeenkomsten zouden zijn, maar dat was als gevolg van het coronavirus niet mogelijk. Daarom werd ervoor gekozen digitaal te overleggen, maar dat kostte extra tijd, aldus de minister.
Het is niet voor het eerst dat het college in zijn werk hinder ondervond van het coronavirus. In januari werd bekend dat voormalig gouverneur van Curaçao Frits Goedgedrag zijn voorzitterschap moest neerleggen omdat hij in Aruba woont en door het virus niet kan reizen.
Goedgedrag werd opgevolgd door Dagmar Oudshoorn. Zij bekleedde eerder topfuncties bij de politie en als burgemeester en is directeur bij Amnesty International Nederland.
Oudshoorn zei in februari in een interview met Trouw dat excuses voor de Nederlandse rol in de slavernij mogelijk deel zou uitmaken van het advies van haar college, evenals een eventueel monument, nationaal museum en een kenniscentrum.