In een petitie wordt de directie van Simon & Schuster opgeroepen het contract met Pence ongedaan te maken. Het bezwaar van de medewerkers is dat de uitgeverij geld verdient aan het gedachtegoed van “iemand die pleitte voor racisme, seksisme, homofobie, transgenderfobie, anti-zwartheid, vreemdelingenhaat, vrouwenhaat, islamofobie, antisemitisme en geweld.”

Volgens de opstellers van de petitie heeft Pence zich niet alleen in de tijd dat hij onder Trump werkte schuldig gemaakt aan discriminatie, maar was dat ook al aan de orde in de tijd daarvoor. Daarbij wordt gewezen op de periode dat de politicus Congreslid en (later) gouverneur van Indiana was. De auteurs van de verklaring vinden dat het pro-life-standpunt van Pence, zijn bezwaar tegen het homohuwelijk en “zijn bevoordelen van het christelijk geloof boven de wetenschap” voldoende reden zijn om af te zien van de publicatie van de twee boeken die Simon & Schuster van hem wil uitgeven. De medewerkers stellen dat het bedrijf met het publiceren van het werk van Pence de discriminatie in de Amerikaanse samenleving bestendigt. “Mike Pence heeft letterlijk en figuurlijk bloed aan zijn handen. We eisen dat je Mike Pence’s boekdeal annuleert,” zo staat in de oproep aan de directie.

Inmiddels heeft Jonathan Karp, de directeur van de uitgeverij, meegedeeld totaal niet van zins te zijn terug te komen op de overeenkomst. In een verklaring zegt hij dat zijn uitgeverij een divsersiteit van meningen wil bieden. “Als uitgever in dit gepolariseerde tijdperk hebben we verontwaardiging ervaren van beide kanten van de politieke kloof. We zullen daarom onze publicatieovereenkomst met vicepresident Mike Pence handhaven.”