Democratie wankelt in Latijns-Amerika
De democratie staat in Latijns-Amerika onder druk. Corruptie, populisme en machtsmisbruik tieren welig. De militairen zijn terug op het politieke toneel. Is de rechtsstaat er op zijn retour?
Als verkiezingen een graadmeter zijn voor de democratie, dan staat Latijns-Amerika er niet best voor. Zo kwamen in verschillende landen de afgelopen jaren populistische presidenten met autoritaire trekken aan de macht, die de democratie openlijk ondermijnen.
Neem de Salvadoraanse Nayib Bukele, die er begin 2020 niet voor terugschrok om het leger in te zetten om een wet door te drukken bij het parlement. Inmiddels is dat niet meer nodig: zijn partij Nieuwe Ideeën won zo veel zetels bij de parlementsverkiezingen afgelopen maand, dat hij de komende drie jaar zonder enige oppositie zal kunnen regeren.
Of Jair Bolsonaro, sinds 2018 president van Brazilië, die democratische instituties als het hooggerechtshof aanviel, en openlijk flirtte met een terugkeer naar de militaire dictatuur.
Ook de aankomende verkiezingsrondes voorspellen weinig goeds. In Guatemala en Honduras nemen kandidaten geplaagd door corruptieschandalen het tegen elkaar op. En in enkele landen is al helemaal geen sprake meer van een democratie, zoals in Nicaragua, waar de verkiezingen van november dit jaar feitelijk een schijnvertoning zijn, omdat Daniel Ortega niet van plan is om te vertrekken.
Hetzelfde geldt voor Haïti, waar president Jovenel Moïse regeert zonder parlement en probeert een grondwettelijk referendum te organiseren dat het onmogelijk zou maken hem voor corruptie te vervolgen.
Daarmee staat de democratie flink onder druk op het Latijns-Amerikaanse continent. Dat weerspiegelt zich ook in het vertrouwen van de bevolking in de democratie: in 2018 gaf nog maar 24 procent aan vertrouwen in het democratisch systeem te hebben, volgens een peiling van Latinobarometro. Eind 2019 vertaalde dat gevoel van onvrede zich in de massale straatprotesten die Latijns-Amerika op zijn kop zetten, tot de pandemie een abrupt einde aan de protestbewegingen maakte.
Wat is er aan de hand? Het overgrote deel van de Latijns-Amerikaanse democratieën is nog jong. Ze maken deel uit van de zogenoemde ”derde golf” van democratisering van na het einde van de Koude Oorlog en de door de VS gesteunde militaire dictaturen op het continent. De militairen verdwenen sindsdien van het politieke toneel, en in veel landen kwamen voor het eerst democratisch gekozen regeringen aan de macht.
Het optimisme en vertrouwen in de democratie onder de bevolking waren groot, met name tijdens de ‘linkse golf’ van de jaren 2000, toen respectievelijk een vrouw (Michelle Bachelet in Chili), een arbeider (Luis Ignacio da Silva in Brazilië) en een inheemse kandidaat (Evo Morales in Bolivia) de verkiezingen wonnen.
Maar de meeste van deze jonge democratieën hebben de verwachtingen van de bevolking niet kunnen waarmaken. „Geen enkel Latijns-Amerikaans land functioneert volgens de traditionele democratische principes. Het zijn democratische ficties”, zegt Rut Diamint, hoogleraar politieke wetenschappen aan de Argentijnse Torcuato di Tello Universiteit, en gespecialiseerd in de democratisering van Latijns-Amerika.
„De scheiding der machten bestaat in de praktijk niet”, vervolgt de wetenschapper. „De verkiezingen zijn vaak niet transparant, democratische instellingen worden gemanipuleerd, en presidenten die via democratische verkiezingen gekozen worden, trekken vervolgens de macht naar zich toe en hollen de democratie vanbinnen uit. Deze onrechtmatigheden zijn niet exclusief voor Latijns-Amerika, maar zijn daar wel wijdverbreid.”
In sommige landen hield de democratie goedbeschouwd dan ook helemaal op te bestaan, ondanks dat die regimes de schijn daarvan nog wel ophouden. „Venezuela en Nicaragua zijn al een tijd geen democratie meer, en ook El Salvador gaat in die richting. Ecuador is politiek erg verscheurd, en ook Guatemala is om verschillende redenen nauwelijks meer als een democratie te beschouwen”, zegt Diamint.
Maar ook in de rest van het continent zijn de meeste democratische systemen grotendeels ficties, benadrukt de politicoloog. „Alleen Chili, Uruguay en Costa Rica hebben een stabiele democratie. De overige landen zijn allemaal erg instabiel.”
Corruptie
Diepgeworteld symptoom van de falende democratische systemen is de wijdverbreide corruptie. Veelzeggend is het grote aantal ex-presidenten dat is veroordeeld of wordt vervolgd voor het aannemen van steekpenningen en andere corrupte praktijken.
Aanvoerder van de lijst is Peru, waar sinds 1985 nagenoeg alle presidenten zijn vervolgd, veroordeeld of afgezet vanwege wandaden. Maar Peru is zeker niet uniek in dit opzicht. Exemplarisch hierbij was de zaak-Odebrecht, waarbij regeringen van tien Latijns-Amerikaanse landen steekpenningen van het Braziliaanse bouwbedrijf bleken te hebben aangenomen.
„Cliëntelisme en corruptie maken in zekere zin deel uit van de Latijns-Amerikaanse politiek. Elke president die politiek bedrijft, moet op de een of andere manier zijn handen vuilmaken”, zegt Michiel Baud, emeritus hoogleraar Latijns-Amerikaanse studies aan de Universiteit van Amsterdam. „Om die reden willen presidenten ook niet weggaan, en doen ze er alles aan zo lang mogelijk aan te blijven.”
De populariteit van populistische leiders is deels een gevolg van diezelfde corruptie. Het zijn politieke buitenstaanders die inspelen op het gevoel van onvrede over de bestaande politieke elites, legt Baud uit. „Nieuw is dat niet. Ook de Peruaanse Alberto Fujimori was in de jaren 90 een outsider die zei dat hij alle problemen zou oplossen. Doorgaans is het iemand die zegt dat iedereen corrupt is, maar hij niet. Als hij dat goed uitvent, werkt het. Treurig is dat het meestal alleen maar tot nog meer corruptie leidt. Zoals met dezelfde Fujimori, die daar uiteindelijk ook voor werd veroordeeld.”
Toch signaleert Baud wel degelijk een verschil tussen de oude en nieuwe populistische leiders. „Wat we hier zien, is een vermenging van oude en nieuwe tendenzen. De cultuur van personalisering van de politiek is altijd aanwezig geweest in Latijns-Amerika. Daar nodigt het presidentiële systeem ook toe uit, zeker wanneer er geen sterke politieke partijen achter staan, zoals in de VS.”
„Deze bestaande tendens combineren de nieuwe populisten met het gebruik van sociale media, die ze enerzijds inzetten om autoritaire projecten te legitimeren en bubbels te creëren, en anderzijds om tegenstanders te beperken. Dat zien we overigens ook in andere delen van de wereld, zoals in de VS onder Trump en in het Turkije van Erdogan.”
Het dalende vertrouwen in de democratie gaat hand in hand met de terugkeer van autoritaire leiders. „Aan het begin van de democratische processen dachten mensen dat de dictatuur voorbij was en dat er liberale democratieën zouden worden opgebouwd”, zegt Diamint. „De verwachtingen waren hoog; men dacht dat democratie het leven van de burgers zou verbeteren. Maar democratie is geen oplossing voor armoede, werkloosheid, of woningnood. En zeker wanneer er ook een gevoel van onveiligheid bestaat, kiezen mensen liever voor de ‘bescherming’ van een autoritaire leider, dan voor vrijheid.”
Militairen
Kan het democratische tij nog worden gekeerd? „In Latijns-Amerika is het glas altijd halfvol of halfleeg wanneer het gaat over de democratie. Ik houd het graag bij halfvol”, zegt Baud. „Electorale processen worden nog steeds grotendeels gerespecteerd, en meestal is er ook sprake van een ordelijke machtsoverdracht. Aan de andere kant zijn veel problemen blijven bestaan, zoals personalisme, corruptie en cliëntelisme.”
„Wat ik wel zorgelijk vind, is dat de militairen weer op het politieke toneel verschijnen. Niet door het plegen van coups zoals bij de militaire dictaturen, maar wel omdat ze weer meer bij de regeringen betrokken zijn, en een grotere politieke macht hebben verworven. Dat zie je vooral in Brazilië, waar ze een belangrijke rol spelen in de regering van Bolsonaro. Het leger zal daardoor een cruciale invloed hebben op het lot van die regering.”
Ook Diamint ziet een terugkeer van de militairen in de Latijns-Amerikaanse politiek. Het cruciale verschil met de klassieke militaire staatsgrepen van de vorige eeuw is dat de militairen nu worden ingezet door dezelfde regeringen, in plaats dat ze een coup plegen om die af te zetten. Zo verschenen tijdens de pandemie veel regeringsleiders geflankeerd door generaals op het toneel.
„Dat gebeurde in de hele wereld, bijvoorbeeld ook in Frankrijk. Maar in Latijns-Amerika, met zijn geschiedenis van militaire macht, is dat wel degelijk gevaarlijk. Net als bij de militaire staatsgrepen, verschijnen ze weer als redders van het vaderland.”
„In Venezuela regeert het leger mee, en in Nicaragua ook. De militairen zijn een soort politieke partij. Het leger heeft het monopolie op geweld, ze hebben wapens en toestemming om te moorden. Hun toenemende macht genereert angst onder de bevolking, en leidt tot schendingen van mensenrechten. Kortom, de democratie verslechtert”, aldus Diamint.
Toch zijn er ook positieve ontwikkelingen. Deze maand kiest Chili een commissie die een nieuwe grondwet voor het land gaat opstellen. Het was een concessie aan de miljoenen Chilenen die eind 2019 de straat opgingen om te protesteren tegen de regering van Sebastian Piñera, en de grote sociale en economische ongelijkheid in het land. Met name linkse Chilenen beschouwen de nieuwe constitutie als een definitief einde aan de dictatuur van Pinochet, onder wiens bewind de huidige grondwet werd opgesteld.
Voorstanders van de nieuwe grondwet hebben hooggespannen verwachtingen. Toch is het de vraag of structurele problemen als de extreme ongelijkheid, toegang tot onderwijs, zorg, een pensioen, en rechten voor inheemse volken, kunnen worden opgelost met alleen het opstellen van een nieuwe grondwet.
Baud is sceptisch: „Er zijn zo veel verwachtingen aan dat constitutionele proces gekoppeld dat het moeilijk zal zijn die waar te maken. Maar, het was onvermijdelijk dat dat proces er kwam. Het politieke systeem is hoognodig aan verandering toe. In die zin moeten we het zeker toejuichen.”
Ook Diamint is voorzichtig positief. „Ik denk dat deze grondwet een grote stap vooruit is, en in bepaalde opzichten voor verbetering zal zorgen op thema’s als gender en jeugd. Maar, Chili is een zeer conservatief land, en deze grondwet zal in essentie dan ook conservatief blijven.”Aan de andere kant is het Chileense proces voor een nieuwe grondwet wellicht de enige positieve uitkomst van de massale straatprotesten van eind 2019, toen in meerdere Latijns-Amerikaanse landen mensen de straat opgingen om te protesteren tegen –onder andere– hun zwakke regeringen, corruptie en ongelijkheid. Ondanks de felheid van de demonstraties hebben die echter niet tot wezenlijke politieke veranderingen in de regio geleid.
Diamint: „De protesten zelf waren een goed teken, maar de politieke antwoorden daarop waren dat niet.” Toch vestigt ze haar hoop op dezelfde maatschappij voor het herstel van de democratie. „Democratische verandering is voor een groot deel afhankelijk van de burgermaatschappij. Het eisen van rechten en politieke verantwoording, burgerprotesten, spelen een belangrijke rol in het herstel van democratische principes.”