Christenvervolging

Aster uit Pakistan is haar leven na bekering niet zeker

De Pakistaanse Aster overleefde na haar bekering van de islam tot het christendom meerdere moordpogingen door haar familie. „Ze rusten niet voordat ze mij hebben vermoord.”

Redactie kerk
20 April 2021 14:15
Aster wil niet herkend worden en hult zich daarom in een hoofddoek. Sinds ze zich afkeerde van de islam en christen werd, probeert haar familie haar om het leven te brengen. beeld Hulp Vervolgde Christenen
Aster wil niet herkend worden en hult zich daarom in een hoofddoek. Sinds ze zich afkeerde van de islam en christen werd, probeert haar familie haar om het leven te brengen. beeld Hulp Vervolgde Christenen

Gehuld in een zandkleurige hoofddoek die alleen haar donkere ogen vrijlaat, doet de Pakistaanse christin via beeldverbinding haar verhaal. Naast haar uiterlijk blijft ook haar echte naam in het ongewisse. Aster is een schuilnaam. Ze moet voorzichtig zijn: als bekeerling van de islam tot het christendom is ze haar leven niet zeker.

Een schril contrast met de „liefdevolle opvoeding” die ze als kind krijgt, klinkt het in het Urdu. Een tolk van de organisatie Hulp Vervolgde Christenen (HVC) vertaalt het gesprek. Aster groeit op in een welgestelde en conservatieve islamitische familie. Zelf is ze een toegewijde moslima en weet niet beter dan dat christenen minderwaardig zijn. „Bij ons thuis werkten twee christenen, maar ik stond ze niet toe mijn kamer binnen te komen. Ik wilde geen niet-moslims in mijn persoonlijke omgeving.”

Ook is op haar kamer geen boek van een ‘ongelovige’ te vinden. Dat verandert echter als ze op school in contact komt met een christelijk meisje. „Ik vroeg haar om een Bijbel, uit nieuwsgierigheid.” In de maanden die volgen, leest ze er zo nu en dan wat uit.

Pistool

Pas als ze in het ziekenhuis ligt met hartklachten, komt het tot een grote verandering in haar leven, vertelt ze. De artsen zeggen niets voor haar te kunnen betekenen. „Het leek erop dat ik zou gaan sterven, toen God mij met Zijn hand aanraakte en een wonder deed. Hij genas mij.” Op het ziekenhuisbed moet ze plotseling terugdenken aan een Bijbelgedeelte dat ze las waarin staat dat Jezus de doden opwekte.

Eenmaal uit het ziekenhuis drukt haar vader Aster op het hart haar innerlijke verandering geheim te houden. „Ik heb het twee maanden verborgen kunnen houden, maar toen kwam mijn familie er achter dat ik christen was geworden. Toen begon de vervolging.”

Vooral haar ooms en haar broer kunnen haar bekering niet verkroppen. „Mijn broer zei: „We houden zo veel van je, zeg gewoon dat het een vergissing was en keer terug.” Aster weigert en zegt: „Ik houd vast aan Christus. Ik kan niet ontrouw zijn aan de God Die mij gered heeft.”

Vanaf dat moment wordt ze nog slechter behandeld, tot uithongering en zware mishandeling toe. „Ze legden bijvoorbeeld mijn handen onder de poten van het bed en gingen dan op het bed zitten.”

Op een dag neemt de familie Aster mee naar een nabijgelegen kanaal. „Daar wilden ze mij met een pistool neerschieten. Maar elke keer als ze de trekker overhaalden, weigerde het wapen te schieten.”

Als haar familieleden in het kanaal een giftige slang zien zwemmen, gooien ze haar in het water. In de hoop dat ze gebeten wordt en het lijkt alsof ze een natuurlijke dood is gestorven. In het water verliest ze half haar bewustzijn, maar als ze bij kennis komt ligt ze veilig aan de oever. „De Heere heeft mij gered uit hun handen.”

Kruis

Aster weet uiteindelijk te vluchten. Twee maanden zwerft ze door een grote stad in Pakistan voordat een pastor zich over haar ontfermt. In de jaren die volgen overleeft ze verschillende moordpogingen. Ze wordt op straat beschoten, maar weet met een kogel in haar been te ontkomen. Een andere keer rijdt een familielid haar aan met een auto. „Mijn familie rust niet voordat ze mij hebben vermoord.”

Ondanks de gevaren die ze loopt, blijft Aster in Pakistan. Ze voelt zich geroepen om te evangeliseren onder hindoes, een andere minderheidsgroep in het land. „Als mens ben ik bang en vermoeid, maar ik vertrouw op God. Hij ondersteunt mij.”

Elke keer als ze wordt aangevallen of in de problemen komt, weet ze zich gesterkt door de woorden van Jezus dat iedereen die Hem liefheeft, zijn kruis op zich moet nemen en Hem moet navolgen. „En zo draag ik mijn kruis achter Hem aan. Ook zegt de Bijbel dat we standvastig moeten blijven tot het einde. Dan zullen we de kroon van het leven ontvangen.”

In deze tweewekelijkse rubriek brengt onze redacteur godsdienstvrijheid verdrukte en vervolgde christenen voor het voetlicht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer