Onvolmaakt
Wie zal, als hij met Paulus klaagt over de overblijfselen en de dienstbaarheid van de zonden in zijn geheiligde roeping, niet moeten erkennen de diepte van zijn ellendige verdorvenheid buiten de wedergeboorte? Daar vindt hij zichzelf niet alleen beroofd van het vrije burgerschap van Israël, maar hij is ten enenmale vlees en gebonden onder de gehoorzaamheid van de vorst der duisternis.De apostel kon zien dat hij zo iemand was geweest, want zoekt de mens als slaaf van de zonden geen geestelijke vrijheid? Zoals men licht vindt in de duisternis, gerechtigheid in de ongerechtigheid, zo kan men het goede vinden in een slaaf van de overtreding, in een die geleerd heeft kwaad te doen en wiens hart boos is van zijn jeugd aan. O, hoed uzelf voor hoogmoedige gedachten.
Geliefden, u denkt misschien dat u al ver gekomen bent in gerechtigheid en heiligheid. Paulus zucht hier echter over zijn onvolmaaktheid. Want ook de allerheiligsten moeten bekennen dat zij nog niet volmaakt zijn. O, ken en beken met ware ootmoedigheid in uw hart uw onvolmaaktheid, die zo lang zal duren als u in dit leven bent. Zo lang draagt u immers verdorven vlees met u. U moet daartegen door de Geest strijden, totdat u die strijd bij de dood moet afleggen en de kroon van de rechtvaardigheid mag ontvangen.
Samuel Scherphof, Predikant te Zuidland (Self-strijd van Paulus, 1668)