Dat vindt een meerderheid in de Tweede Kamer, die donderdag zou pleiten voor een verbod op het gebruik van deze klei in de voedselverwerkende en de diervoederindustrie.

Het PvdA-kamerlid Waalkens spreekt „schande” van de jongste dioxineaffaire in Nederland. Bijna 200 boerderijen zitten momenteel „op slot” omdat de dieren aardappelschillen met de kankerverwekkende stof hebben gegeten. Bron van de besmetting is uit Duitsland afkomstige mergelklei (met daarin dioxine), die de aardappelverwerkende industrie gebruikt om aardappelen te wassen en te sorteren.

De kamerleden zijn verbolgen omdat het niet de eerste keer is dat dioxine via mergelklei in veevoer terechtkomt. Ook in 1999 werd dioxine in het veevoer gevonden. De hamvraag voor VVD-kamerlid Snijder is waarom er toen al niet stappen zijn genomen tegen het gebruik van mergelklei.

CDA-kamerlid Atsma noemt het „laakbaar” dat mergelklei, die al jaren bekendstaat als „gevaarlijk en risicovol”, toch weer gebruikt is. Hij wijst naar de veevoedersector die, ondanks certificaten en keuringseisen, wederom niet veilig blijkt voor giftige grondstoffen. Ook fritesfabrikant McCain, waar de eerste partij dioxineschillen vandaan kwam, heeft wat hem betreft niet zijn verantwoordelijkheid genomen.

De drie kamerleden vinden dat de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) wat veilig veevoer en voedsel betreft de teugels wat steviger in handen moet nemen. „Die moet voor de voedselketen nog kritischer kijken wat wel kan en wat niet”, aldus Snijder. Waalkens pleit voor het opstellen van een „positieflijst” waarop grondstoffen voor de voedselindustrie staan die veilig bevonden zijn. Wat Atsma betreft moet de VWA beter prioriteiten stellen en minder energie steken in „pietluttigheden” zoals de sigarenbandjes van verzamelaars.

De hoogste veterinaire ambtenaar van het ministerie van Landbouw liet gisteren weten dat Nederlandse melk, vlees en afgeleide producten daarvan veilig zijn voor menselijke consumptie. Alle boerderijtests op deze producten bleken negatief. Het dioxinegehalte ligt ruim onder de door de Europese Unie toegestane maximumniveaus.

Aanleiding voor de verklaring is het sluiten door Zuid-Korea van de grenzen voor vlees en zuivel uit Nederland wegens de dioxinezaak. De topambtenaar benadrukt ook nog eens dat volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) er geen gevaar is voor de volksgezondheid.

Zuivelondernemingen halen niettemin uit voorzorg en om hun exportpositie te beschermen de melk van ongeveer vijftig melkveebedrijven terug. Deze bedrijven hebben aardappelrestproducten uit het productieproces van fritesfabrieken ontvangen. Al 197 boerderijen zijn geblokkeerd. Twee ervan zijn melkveebedrijven bij Lelystad; de 195 overige bedrijven houden zich bezig met de productie van varkens, meststieren, vleeskalveren, schapen en geiten. In het geval dat het gemengde bedrijven betreft is de melk van deze bedrijven niet geblokkeerd.

Volgens de Nederlandse Zuivel Organisatie NZO is de melk van deze bedrijven deskundig bemonsterd. De koepelorganisatie meent dat Nederlandse zuivelproducten „buiten iedere verdenking staan.”