Er zal vanaf 1 mei rekening moeten worden gehouden met een „toenemende dreiging”. Vanaf die datum zeggen de Taliban dat geweld tegen buitenlandse militairen gelegitimeerd is. Daarom wil het demissionaire kabinet tachtig extra militairen naar Afghanistan sturen.

De Taliban kunnen toeslaan met autobommen, aldus Eichelsheim, die vorige week het commando over de strijdkrachten kreeg. Ook zouden Afghanen die werken in kampen waar buitenlandse militairen gelegerd zijn aanslagen kunnen plegen.

In Mazar-e-Sharif zijn ongeveer 160 Nederlandse militairen die de Afghaanse veiligheidstroepen adviseren. Zij werken daar nauw samen met de Duitsers die de hoofdmacht daar vormen. De extra troepen zijn bedoeld als extra beveiliging tijdens de terugtrekking. Ook moeten ze helpen bij een „ordentelijke” terugkeer van de troepen. De planning van de terugtrekking is wel krap, maar volgens de nieuwe Commandant der Strijdkrachten wel goed te doen. Hij noemde het „prima behapbaar”.

De Amerikaanse president Joe Biden maakte vorige week bekend zijn troepen na twintig jaar uit Afghanistan te halen. Dat moet op 11 september zijn afgerond. Andere landen van de NAVO-missie besloten daarop ook hun militairen terug te halen. Zij zijn afhankelijk van Amerikaanse militaire steun.

De vorige Amerikaanse regering sloot een akkoord met de Taliban. Daarin werd afgesproken dat de buitenlandse militairen het land op 1 mei zouden hebben verlaten. De spanningen lopen op omdat deze datum niet is gehaald.

Dat Biden uiteindelijk besloot de Amerikaanse militairen weg te halen uit Afghanistan kwam als een verrassing. Het kwam „onverwachts”, zei Thijs van de Plas, directeur-generaal Politieke Zaken van het ministerie van Buitenlandse Zaken tijdens de briefing in de Kamer.

Volgens generaal Eichelsheim zijn de Afghaanse veiligheidstroepen „krachtig genoeg om komende tijd weerstand te beiden tegen de Taliban”. Wel zal er ook na de terugtrekking steun nodig blijven, onder meer op financieel gebied.