Dag 31: Wachten tot week van 11 mei?
Maar liefst twintig gesprekken voerde informateur Tjeenk Willink vorige week. De afgelopen dagen was zijn agenda een stuk leger. Volgt komende week een verrassend eindsprintje?
In zijn eerste week verraste hij met de volgorde waarin hij de partijen uitnodigde: van klein naar groot. Deze week was de verbazing over de aanpak van Tjeenk Willink nog groter: aan zijn bureau schoven in het geheel geen lijsttrekkers aan. Op CDA’er Hoekstra na dan, maar die zat er donderdag als demissionair minister van Financiën. En hij was niet in het gezelschap van Kaag of Rutte: de leiders van de andere potentiële regeringspartijen D66 en VVD.
Dat maakt in elk geval duidelijk dat er deze week nog niet werd geformeerd of gepreformeerd. Het was alsof de formatiedokter de Kamer duidelijk wilde maken: daar zijn jullie nog even niet aan toe.
Dinsdag sprak Tjeenk Willink indringend met SCP-directeur Kim Putters, auteur van het boek ”Veenbrand”. In die verzameling van colums noemt Putters de huidige zorg- en zekerheidsarrangementen hopeloos achterhaald. Ze zijn ontworpen voor samenlevingsverhoudingen die al lang achter ons liggen, en daarmee aan herziening toe. Werk aan de winkel dus! Onder de leus ”Geen burgerkracht zonder burgermacht” bepleit Putters in de bundel meer wettelijke inspraakmogelijkheden voor burgers en meer informatierechten.
Ook ombudsman Reinier van Zutphen, met wie Tjeenk Willink na Putters sprak, is een echte hervormingsambassadeur.
Van de noden en zorgen van burgers in brede zin stapte Tjeenk woensdag en donderdag over naar de actualiteit: die van de coronacrisis. Topvrouw Mariëtte Hamer van de Sociaal-Economische Raad zei woensdag dat het opstellen van een herstelagenda grote haast behoeft. Met de demissionaire bewindslieden Hoekstra, Koolmees (Sociale Zaken) en Van ’t Wout (Economische Zaken) kaartte Tjeenk Willink de afhandeling af van het coronadossier. Voor welke taken weten de drie zich nog verantwoordelijk (bijvoorbeeld het afwikkelen van de steunprogramma’s) en welke vinden zij een aangelegenheid voor het nieuwe kabinet?
Maandag spreekt Tjeenk onder meer met vicepresident De Graaf van de Raad van State, maar je zou er als burger graag bij zijn als later die week de onderhandelaars weer aanschuiven. En Tjeenk zijn tussenbalans, opgesteld aan de hand van de gesprekken de hij deze week voerde, met een harde klets op tafel gooit. „Zo dames en heren, ik zou menen dat het vijf voor twaalf is. Jullie ook?”
Krijgt de informateur genoeg partijen zo ver dat ze volgende week al verzuchten: „Oké, laat ons dan meer verder praten met D66 en VVD?” Dat is nog maar de vraag. Maar vanaf vrijdag geniet de Kamer een twee weken durend meireces. De kans dat dat wordt onderbroken voor een debat dat ermee eindigt dat Tjeenk Willink een mandaat meekrijgt voor een volgende formatieronde is niet zo groot.
Dus zal hij de onderhandelaars op de drempel van het reces op z’n minst voorhouden: „Mensen, denk er nog even over na, maar voor je het weet is het 11 mei.” En hopen dat die week van 11 mei de week wordt waarin genoeg partijleiders denken: „Het moet dan maar.” Zodat we achteraf alsnog kunnen constateren dat Tjeenk Willink aan een maand genoeg had om het verantwoordelijkheidsgevoel te laten terugkeren aan het Binnenhof.