Mohammed B. vanaf augustus 2002 in beeld
De verdachte van de moord op filmmaker Theo van Gogh, Mohammed B., was voor de aanslag al een bekende bij politie, justitie en veiligheidsdienst. In augustus 2002 kwam Mohammed B. „zijdelings" in beeld bij de Algemene Inlichtingen– en Veiligheidsdienst (AIVD), zo schrijven de ministers Donner (Justitie) en Remkes (Binnenlandse Zaken) aan de Tweede Kamer.
Uit onderzoeken kwam naar voren dat hij „ondersteunend" optrad voor de kernleden van een groep radicaliserende moslims, die bekend stond onder de naam Hofstadgroep: een netwerk van personen die voor een belangrijk deel in Amsterdam verbleven.
Mohammed B. vervulde volgens de onderzoeken in het netwerk geen sleutelrol, aldus Donner en Remkes. „Er waren geen indicaties dat de verdachte – individueel of in samenwerking met anderen – voorbereidingen trof voor een aanslag."
De ministers melden in de brief verder dat er tussen verschillende overheidsdiensten regelmatig contacten zijn geweest waarin relevante informatie over de verdachte is uitgewisseld. Ook is meerdere malen informatie uitgewisseld tussen de AIVD en de gemeente Amsterdam over „radicaliseringstendensen en de rol van de moskeeën daarbij in het algemeen en in Amsterdam in het bijzonder".