Over rekenen, taal en sombere scholier
Jongeren hebben door corona vaker mentale problemen, de verschillen tussen leerlingen nemen toe en het reken-, schrijf- en taalniveau is te laag, concludeerde de onderwijsinspectie woensdag in het rapport ”De Staat van het Onderwijs.” Een blik achter de cijfers.
Roeland Reinders, vertrouwenspersoon op het Wartburg College, locatie Marnix, in Dordrecht
„De coronacrisis doet een behoorlijke aanslag op de mentale gezondheid van jongeren, merk ik. In het begin van de pandemie was er veel saamhorigheid, nu verliezen jongeren perspectief.
Ik heb als vertrouwenspersoon de afgelopen tijd meer dan anders gesprekken gevoerd met leerlingen die hun schoolwerk niet meer overzien en kampen met neerslachtigheid.
Jongeren vinden het lastig om te vertellen dat ze zich eenzaam of depressief voelen. Vaak merken we het als school aan de leerresultaten. Die dalen fiks en het inleverwerk is ook niet op orde, terwijl dat voorheen wel zo was. Als je dan doorvraagt, komt het onderliggende probleem vaak boven tafel. Scholieren verlangen naar meer mensen om zich heen en missen motivatie. Natuurlijk speelt dat lang niet bij iedereen, maar het aantal leerlingen met problemen stijgt wel.
Het taboe op het praten over somberheid is onder jongeren nog best groot. Jammer. Want juist het gesprek hierover kan leiden tot oplossingen.”
Jan Boer, schoolleider van de Tamarschool in Den Haag
„Onze school staat midden in de wijk Morgenstond, een buurt met relatief veel achterstand en anderstaligheid.
Dat de verschillen tussen leerlingen door corona zijn toegenomen, zien wij duidelijk terug. Sommige ouders hebben bijvoorbeeld tijdens de periode van onlineonderwijs veel tijd kunnen steken in de begeleiding van hun kind. Andere ouders niet. Zij zijn bijvoorbeeld de taal niet machtig, kennen het Nederlandse onderwijssysteem niet of zijn weinig thuis. De leerlingen uit die gezinnen moeten dus veel zelf uitzoeken. Daarnaast zijn sommige gezinnen krap behuisd, waardoor kinderen geen rustige studieplek hebben.
We merken dat vooral de leerlingen uit de lagere sociale klassen leerachterstand hebben opgelopen, het meest voor taal, spelling en begrijpend lezen. Logisch, als je thuis geen Nederlands spreekt.
Veel oefenen, extra begeleiding: daarmee hopen we deze leerlingen weer op gang te helpen. Juist voor deze kinderen organiseren we bijvoorbeeld in de meivakantie een lenteschool.”
Adrian Romijn, schoolleider Eben-Haëzerschool in Oud-Beijerland
„Dat leerlingen die van groep 8 naar het voortgezet onderwijs gaan niet altijd goed genoeg kunnen lezen, schrijven en rekenen herkennen wij hier op school ook. De meeste kinderen zitten wel op of boven het afgesproken basisniveau, maar dat lukt niet iedereen. Dat was overigens voor corona ook al zo.
Het ministerie van onderwijs heeft recent 8,5 miljard euro vrijgemaakt voor het wegwerken van de corona-achterstanden. De inspectie roept ertoe op dat geld ook in te zetten voor verbetering van het onderwijs in de basisvakken. Op dit moment zijn we als school aan het onderzoeken of we een deel van het geld kunnen gebruiken om de leerlingen in groep 3, 4 en 5 extra te kunnen begeleiden bij het vak rekenen.
De inspectie luidt al jaren de noodklok over het te lage niveau van leerlingen. Tegelijkertijd pleit ik ook voor wat nuchterheid. Een zo groot mogelijke groep kinderen moet een zo hoog mogelijk niveau halen. Maar als de lat steeds hoger wordt gelegd, is het logisch dat niet alle leerlingen daaraan kunnen voldoen.”