Oppositiepartijen: geld van teststichting kan beter naar de zorg
Verschillende partijen in de Tweede Kamer begrijpen niet dat er veel geld wordt vrijgemaakt voor sneltesten maar er mogelijk wel beknibbeld moet worden op bonussen voor medewerkers in de zorg. Tijdens het coronadebat zijn vragen gesteld over de uitzonderlijke constructie die is opgetuigd om voor 1,1 miljard euro aan tests af te nemen. Zeker nu minister voor Medische Zorg Tamara van Ark de Kamer gevraagd heeft om een besluit te nemen over 720 miljoen euro aan zorgbonusgeld.
De teststraten om coronapatiënten op te sporen worden gerund door de GGD’en, maar die zijn niet bedoeld om een testbewijs te halen waarmee je bijvoorbeeld naar een evenement kan. Die moeten beschikbaar komen via het programma Testen voor toegang, van de aparte Stichting Open Nederland. Het project kost meer dan een miljard, zei minister De Jonge van Volksgezondheid eerder. De Kamer heeft vragen over de hoogte van dat bedrag, het toezicht op de besteding van het geld en de noodzaak van zo’n kostbaar programma.
De minister benadrukt dat het bedrag niet in één keer wordt overgemaakt aan de stichting, maar dat het geld in fases komt. Ook moet de stichting verantwoorden waar het geld naartoe gaat en er komt er een externe controle op de levering van testen. Het is volgens De Jonge broodnodig dat er nu experimenten lopen met toegangstesten. Daardoor kunnen sectoren sneller open en kunnen ze meer gasten of klanten ontvangen.
Maar over de invulling was de Kamer ook zeer kritisch. SP-leider Lilian Marijnissen kwalificeerde het programma als „commerciële prettesten voor casino’s”. Lilianne Ploumen (PvdA) noemde de stichting „een zwart gat” en Geert Wilders (PVV) vindt dat de stichting is opgericht om Nederland een testsamenleving in te rommelen. Ook andere politici, onder wie Laurens Dassen van Volt en Tunahan Kuzu van Denk, hadden vragen bij de gang van zaken. VVD en CDA merkten op dat de Kamer zelf om een testprogramma had gevraagd om de samenleving zoveel mogelijk te heropenen.
De Jonge vindt de suggestie dat de samenleving nu „stiekem” al een beetje opengaat niet terecht. Ook deelt hij de kritiek niet dat er te veel mensen voor de proef naar het casino kunnen. Het gaat om 27 casino’s die deelnemen aan het experiment, die in totaal 11.000 gasten kunnen ontvangen. „Maar er zitten ook kleine schattige musea in de proef. Dat er zakelijke belangen zijn bij de proef, vindt hij logisch en niet onwenselijk. Er moet geld verdiend worden voor de salarissen van mensen”, vindt hij. Zaken die door de proef meer mensen kunnen ontvangen, kunnen beter rondkomen. „Maar niemand wordt hier rijk van.”
