Positie Remkes onduidelijk
Of minister Remkes van Binnenlandse Zaken donderdag het Tweede–Kamerdebat over de moord op Theo van Gogh politiek zal overleven, viel woensdagavond niet te voorspellen. Remkes ligt vooral bij zijn eigen VVD onder vuur omdat hij veel te weinig daadkracht zou tonen in de aanpak van het moslimterrorisme.
Maar of de liberalen daaruit de conclusie trekken dat hun partijgenoot moet vertrekken, is onduidelijk. Dat komt volgens ingewijden vooral doordat VVD–fractieleider Van Aartsen zich voorafgaande aan het debat absoluut niet in de kaart wil laten kijken.
Van Aartsen zou weigeren met vice–premier Zalm te overleggen over de positie van Remkes. Ook VVD–kamerleden zeggen niet te kunnen schatten welke koers Van Aartsen in het Kamerdebat zal kiezen.
Volgens zijn woordvoerder zal Van Aartsen zijn oordeel baseren op de brief die Remkes en CDA–minister Donner van Justitie woensdagavond naar de Tweede Kamer zouden sturen over de gebeurtenissen rond de moord op Van Gogh. Deze brief was woensdagavond rond 22 uur nog steeds niet bij de Kamer gearriveerd. Het Kamerdebat, dat aanvankelijk donderdagochtend om 10.15 uur zou beginnen, werd woensdag in verband met de te verwachten vertraging verschoven naar half een ’s middags.
Overigens spraken premier Balkenende (CDA) en vice–premier Zalm (VVD) dinsdagavond nog met Donner en Remkes over een concept van de brief. Toen oordeelden de politieke leiders van CDA en VVD dat de tekst nog onvoldoende was. „Niet Kamer–proof", aldus een ingewijde.
Van Aartsen maakte woensdag via zijn woordvoerder duidelijk van Remkes en Donner „een heel goede, sterke brief" te verwachten waarin de urgentie blijkt van de aanpak van het moslimterrorisme. Eerder noemde Van Aartsen het kabinet op dit punt „laks en naïef".
Ook uit andere fracties kwam kritiek op de onzichtbaarheid van met name premier Balkenende in de dagen na de moord op Van Gogh. Woensdag kwam Balkenende met een antwoord op deze kritiek. In een verklaring in de Tweede Kamer riep hij de bevolking op de kalmte te bewaren en onderstreepte hij dat geweld nooit te tolereren valt. Daarna vertrok hij naar de islamitische school in Uden die door brandstichting is verwoest. De brand wordt in verband gebracht met de moord op Van Gogh.