Nederland een van de grootste EU-landen gelinkt aan ontbossing
Nederland is een van de grootste EU-landen met importproducten die gelinkt zijn aan ontbossing in Zuid-Amerika en Zuidoost-Azië. In een rapport van het Wereld Natuur Fonds (WWF) staat dat Nederland verantwoordelijk is voor het kappen van bijna 30.000 hectare oerwoud en andere natuur per jaar voor de verbouwing van soja voor veevoer en palmolie.
Duitsland, Italië, Spanje, het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Frankrijk, België en Polen zouden samen verantwoordelijk zijn voor tachtig procent van de ontbossing die wordt veroorzaakt door import van grondstoffen door EU-landen. Het WWF pleit voor strengere Europese regelgeving over ontbossing.
De natuurbeschermingsorganisatie deed onderzoek naar het kappen van regenwoud gericht op de import van landbouwproducten van de Europese Unie. Daaruit blijkt dat Nederland een van de grootste Europese importeurs van soja is. De bonen worden verbouwd op plekken waar eerst regenwoud en savannes waren. De Nederlandse boeren gebruiken soja als voer voor vee dat uiteindelijk geëxporteerd wordt als vlees.
Wereldwijd wordt per jaar vijf miljoen hectare aan bossen in tropische gebieden gekapt voor de landbouw. Dat is meer dan de oppervlakte van Nederland. De EU is de een na grootste op het gebied van ‘geïmporteerde ontbossing’. De EU-landen zijn samen verantwoordelijk voor 16 procent van de ontbossing. Met 24 procent staat China internationaal op de eerste plek.
De Europese commissie komt in mei met een wetsvoorstel over ontbossing. Een petitie voor een wet om wereldwijd bossen te beschermen, is vorig jaar door 1,2 miljoen Europeanen ondertekend, weet de NOS.
Het WWF hoopt dat deze wet ervoor zorgt dat producten die iets te maken hebben met het kappen van regenwoud verboden worden op de Europese markt. Zo zou een controlesysteem voor bedrijven ervoor moeten zorgen dat hun producten niets met ontbossing of andere soorten van natuurvernietiging van doen hebben.