Hercules vliegt laag en langzaam over Nederland
Laag en langzaam vliegen twee C-130 Herculesvliegtuigen de komende weken over Nederland om het droppen van parachutisten en ladingen te trainen. Drukke plekken worden zo veel mogelijk gemeden.
Met de oefening bereidt de Koninklijke Luchtmacht zich voor op een grote VN-missie naar Mali, waar Nederlandse militairen vanaf september naartoe gaan. Vanwege alle coronamaatregelen is het beperkt mogelijk om in het buitenland te oefenen, zo geeft de luchtmacht aan. „Noodzakelijke voorbereidingen” voor de missie in Mali spelen zich daarom onder de noemer Orange Bull (oranje stier) in en boven Nederland af.
Tijdens de oefening wordt er ’s middags en ’s avonds op lage hoogte gevlogen: overdag minimaal 300 voet (91 meter) en in het donker 500 voet (152 meter). Tijdens het overvliegen worden „ziekenhuizen, sanatoria en mensenverzamelingen zo veel mogelijk gemeden”, aldus commodore J. P. Apon, directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit, in zijn beschikking.
## Nachtzichtapparatuur Tijdens de avondvluchten maken de vliegers gebruik van nachtzichtapparatuur. Afhankelijk van de weersomstandigheden wordt tijdens de vluchten het droppen van parachutisten en vracht geoefend. Exacte tijden en locaties van de droppings geeft Defensie niet, om een eventuele toeloop van vliegtuigspotters te voorkomen. Voor de oefening is wel een aantal gebieden gereserveerd waarbinnen de vliegtuigen laag zullen rondcirkelen, zoals de Marnewaard in Groningen en de Ginkelse Heide bij Ede.De Lockheed C-130 is een middelzwaar transportvliegtuig, dat tot 17.500 kilo, 128 infanteristen of 92 parachutisten over een afstand van circa 5500 kilometer kan vervoeren. Achter in de romp bevindt zich een grote laadklep voor het in- en uitladen van goederen. Deze klep kan tijdens de vlucht ook worden geopend om parachutisten te laten springen.
De luchtmacht beschikt over vier C-130’s. De toestellen worden de komende jaren vervangen.
Pechgeval
Een Hercules dropte maandag in Rotterdam parachutisten bij de start van de antiterreuroefening Port Defender, die tot 14 april duurt. Er wordt samengewerkt met de Koninklijke Marine, de Dienst Speciale Interventies en het Defensie Helikopter Commando. Defensie kreeg echter te maken met een pechgeval: een Cougarhelikopter maakte maandag een voorzorgslanding op de Koningin Emmaboulevard in Hoek van Holland. Een ingevlogen technisch team verhielp het probleem.
Port Defender wordt voor de vijfde keer gehouden. In diverse scenario’s krijgt de Rotterdamse haven te maken met verhoogde dreiging. De vorige keer, in april 2019, kwam het op de laatste dag van Port Defender tot een enerverend slotstuk: de gijzeling van ‘nietsvermoedende’ passagiers op een veerboot. Vanuit een helikopter werden speciale eenheden van de DSI afgezet op het dek van het vaartuig. Nadat de terroristen waren uitgeschakeld, moesten de gewonden van boord. „De kruisbestuiving tussen de verschillende veiligheidsdiensten is het belangrijkste om te oefenen”, aldus een marinewoordvoerder over het belang van Port Defender. „Dit geldt vooral onderlinge communicatie, werkwijze en procedures.”