„Met dit signaal wordt aangetoond dat het systeem van internationaal onderzoek naar mogelijke bijwerkingen van vaccins werkt’, zei De Jonge vrijdag na een bezoek aan Movianto, het bedrijf in Oss waar alle vaccins in Nederland liggen opgeslagen.

Volgens De Jonge moet nu eerst worden onderzocht of er een oorzakelijk verband is tussen de vaccinatie en de klachten die zich daarna voordoen. Ook moet volgens de minister goed worden gekeken of mogelijke bijwerkingen door vaccinatie zwaarder wegen dan de baten van inenting.

Donderdag besloot het kabinet om het vaccin van AstraZeneca voorlopig niet meer te geven aan mensen onder de zestig jaar, vanwege een zeldzame bijwerking: een combinatie van bloedstolsels (trombose) en een laag aantal bloedplaatjes (trombocytopenie).

Dezelfde toestand is ontstaan bij enkele mensen die het Janssen-vaccin hebben gekregen. Janssen zei zelf vrijdag dat er „momenteel geen duidelijk oorzakelijk verband” is tussen het vaccin van het bedrijf en de klachten.

In totaal zijn er vier meldingen van mensen die na toediening van het Janssen-vaccin deze klachten ontwikkelden. Drie komen uit de Verenigde Staten, waar het al wordt gebruikt. De vierde melding werd gedaan tijdens de proeven met het vaccin, die in verschillende landen werden gehouden. In welke groep de dode viel, is niet bekend.

De eerste Janssen-vaccins worden later deze maand in Nederland verwacht. In de planning van het ministerie van Volksgezondheid zouden er in het tweede kwartaal drie miljoen doses van de prik binnenkomen. Van het Janssen-vaccin is maar één inenting nodig, in plaats van twee zoals bij bijvoorbeeld Pfizer en Moderna.