Verbreding Rijnbrug bij Rhenen loopt ernstige vertraging op
De verbreding van de Rijnbrug bij Rhenen, waarover jaren is gesproken, loopt ernstige vertraging op. De gevolgen van de stikstofuitstoot van de bredere brug tussen Utrecht en Gelderland zijn mogelijk niet goed berekend. Daarover moet eerst duidelijkheid zijn, voordat Utrecht en Gelderland verdergaan met de procedure voor het bouwen van de brug, die 85 miljoen euro gaat kosten.
De Raad van State bepaalde onlangs in een zaak over de snelweg A15 dat de minister van Infrastructuur beter moet uitleggen waarom een bepaald rekenmodel is gebruikt voor de stikstofuitstoot van wegverkeer. Dat model berekent de stikstofneerslag in de natuur tot op een afstand van 5 kilometer van de weg. Maar voor bijvoorbeeld de scheepvaart en de veehouderij wordt de stikstofbelasting tot op veel grotere afstanden meegerekend.
Als de minister dat verschil niet goed genoeg kan verklaren, kan een aantal grote wegenprojecten de al verleende natuurvergunningen kwijtraken. Dat zou dan ook de Rijnbrug bij Rhenen kunnen treffen en daarom hebben beide provincies besloten „pas op de plaats” te maken. Het is nog niet bekend wanneer de minister meer uitleg gaat geven aan de Raad van State.
De Rijnbrug heeft nu één rijstrook in elke richting, maar krijgt er twee keer twee plus bredere fietspaden. Ook worden de op- en afritten naar de brug verbeterd, zodat het verkeer kan doorstromen. Nu staan er elke dag in de spitsuren lange files op de provinciale weg N233. De verbinding wordt onder meer veel gebruikt door noord-zuidverkeer dat de spitsdrukte op de A2 wil vermijden.
Het karwei zou in 2022 beginnen en in 2025 klaar zijn. Hoeveel vertraging er nu ontstaat is nog niet te zeggen volgens het Gelderse provinciebestuur, dat ook vreest voor een fikse budgetoverschrijding.