Remkes in vrije val in aanloop debat
Minister Remkes van Binnenlandse Zaken is in een vrije val terechtgekomen. Hij zal alles nodig hebben om het kamerdebat van donderdag over de moord op Theo van Gogh ongeschonden door te komen.
In het debat moet Remkes als verantwoordelijk bewindsman voor de inlichtingendienst AIVD de Kamer uitleggen waarom verdachte Mohammed B. niet voortdurend werd gevolgd. De aanwijzingen stapelen zich op dat deze tot de harde kern van moslimextremisten in ons land behoort. Bovendien blijkt er vitale informatie van de AIVD te zijn uitgelekt en in kringen rond Mohammed B. te zijn terechtgekomen.
Verder wordt het Remkes aangerekend dat hij maandag in NRC Handelsblad een verschil in benadering suggereerde met zijn collega Donner van Justitie over de aanpak van terrorisme. Weliswaar ontkenden beiden dinsdag dat ze met elkaar overhoop liggen, maar feit is dat Remkes de indruk heeft gewekt voorstander te zijn van vergaande maatregelen tegen terroristen. Hij zou daarbij Donner op zijn weg vinden. Die heeft volgens hem „sneller de neiging” grenzen van bestaande wetten te onderstrepen. „Ik zeg dan: Maar die kun je toch veranderen als je een probleem moet oplossen”, aldus Remkes in NRC.
Dinsdag ontkende de bewindsman niet dat hij die uitspraak heeft gedaan, maar hij deed die naar zijn zeggen in „een wat andere context.” Hij wilde vooral aangeven dat hij met Donner verschilt van karakter. Zelf is hij directer, terwijl zijn collega zich vooral onderscheidt door zijn bedachtzaamheid.
Wat Remkes zowel buiten als binnen de coalitie wordt kwalijk genomen, is dat hij een beeld heeft laten ontstaan dat bewindslieden vechtend over straat rollen terwijl er op dit moment juist eensgezindheid gewenst is. De gespannen situatie na de moord op Van Gogh mag niet worden vertroebeld door „Haags gedoe”, zeggen politici als Verhagen (CDA), Halsema (GroenLinks), Dittrich (D66), Rouvoet (ChristenUnie) en Marijnissen (SP).
Bij de perikelen rond Remkes speelt mee dat hij toch al niet meer zo hoog stond aangeschreven in eigen liberale kring. In het kabinet neemt Donner het voortouw bij de bestrijding van terrorisme. VVD-fractieleider Van Aartsen, die het kabinet al diverse keren heeft aangespoord tot meer daadkracht op dit punt, vindt dat Remkes bij uitstek de minister had moeten zijn die de VVD-aanpak gestalte had moeten geven. In plaats daarvan wekt de bewindsman de indruk nogal laconiek te reageren.
In NRC zegt Van Aartsen, dat „nog moet blijken” of Remkes zelf wel voldoende gevoel van urgentie heeft om het terrorisme aan te pakken. Daarmee heeft hij willen aangeven dat Remkes morgen tijdens het kamerdebat over de moord op Van Gogh ijzersterk zal moeten optreden wil hij voldoende vertrouwen van de VVD-fractie blijven houden. Speculaties in de media over zijn aftreden lijken voorbarig. Het heenzenden van een minister wordt gezien als een slecht signaal, gezien de crisisstemming in het land. Wel is de kans aanwezig dat Remkes min of meer onder curatele komt te staan, maar dan vooral binnen eigen gelederen. Van Aartsen wil tot het debat niets meer kwijt over Remkes.
PvdA-leider Bos riep premier Balkenende dinsdag op leiderschap te tonen en alle bevolkingsgroepen op te roepen „de krachten te bundelen.” Balkenende is nu onzichtbaar, aldus Bos. Hij had zich bijvoorbeeld in Amsterdam moeten laten zien. Dittrich (D66) heeft soortgelijke kritiek.
„Zorgelijk en teleurstellend”, was de reactie van de premier op de aanval van Bos. Hij vindt die geheel onterecht. Een woordvoerder van Balkenende wijst erop dat de premier vorige week Europese verplichtingen had en bovendien betrokken was bij het vlottrekken van het sociaal overleg.