Matte herdenking van val Berlijnse Muur
In Duitsland is dinsdag herdacht dat vijftien jaar geleden, op 9 november 1989, de Muur viel. De festiviteiten waren zeker in het oosten van het land weinig uitbundig vanwege algemene bezorgdheid over de werkloosheid in het voormalige Oost-Duitsland.
Dinsdag werd ook stilgestaan bij de Kristallnacht van 9 november 1938. De Duitse bondskanselier Gerhard Schröder zei dat 9 november zowel „een dag van vreugde als een dag van schande en bespiegeling” is.
Burgemeester Klaus Wowereit legde in Berlijn een bloemenkrans ter nagedachtenis van de ongeveer 230 Oost-Duitsers die om het leven kwamen bij hun pogingen over de in 1961 opgerichte Muur naar West-Berlijn te vluchten. De Duitse president Horst Köhler onderstreepte dat Duitsland trots kan zijn op de vrijheid en de democratie die in 1989 vreedzaam werden gerealiseerd.
Ook Schröder prees de voormalige Oost-Duitsers voor hun vreedzame omverwerping van het communistische bewind. Friedrich Schorlemmer, een protestantse predikant, gaf de stemming in het oosten weer met de opmerking dat voor velen „het wonderbaarlijke geschenk van de vrijheid” weinig te betekenen heeft, omdat zij zich buitengesloten voelen op de arbeidsmarkt. De werkloosheid in het oosten van Duitsland is momenteel 17,5 procent, ruim twee maal zo veel als in het westelijke deel.
Voormalig bondskanselier Helmut Kohl merkte in Bild op dat „er nog heel wat moet gebeuren (…) om bloeiende landschappen te scheppen.” Kohl verwees daarmee naar zijn belofte van 1990, om voor een bloeiende economie in het oosten te zorgen. De hereniging van de beide Duitslanden had echter als bijeffect dat het westerse kapitalisme de verouderde industrie in het oosten van de kaart veegde, waardoor het oostelijke gebied ondanks forse overheidssteun economisch alleen maar verder achterop raakte. Die overheidssteun, zeker 1,5 biljoen euro, leidde tegelijkertijd tot wrok in het westen, waardoor de tegenstelling tussen de twee gebieden niet echt kleiner werden en velen in Duitsland nog altijd geloven in het bestaan van een denkbeeldige Muur.
Een rechtbank in Berlijn achtte dinsdag vier voormalige DDR-militairen medeplichtig aan de dood van vluchtelingen, maar deelde geen straf uit. De oud-grenswachten, nu tussen de 63 en 71 jaar oud, legden mijnen langs de grens en stelden automatisch vurende machinegeweren op. Een van de redenen om van bestraffing af te zien, is dat alle vier spijt hebben betuigd. Het is vermoedelijk het laatste proces van deze aard geweest.