Cultuur & boeken

Putten uit overvloedige bron

Titel:

Dr. G. Bos
10 November 2004 10:33Gewijzigd op 14 November 2020 01:51

”Bronnen bij de belijdenis. Stemmen uit de geschiedenis van het Christelijk geloof”
Auteur: dr. C. A. Tukker
Uitgeverij: De Banier, Utrecht, 2004
Pagina’s: 90 3360 484 1; 4 delen; € 118.- Het is een geweldig werk dat dr. C. A. Tukker in de afgelopen jaren heeft verricht. Hij schrijft dat het het resultaat is van vele jaren predikant- en hoogleraarschap. Maar ik denk dat het grootste gedeelte van ”Bronnen bij de belijdenis” tot stand is gekomen na zijn noodgedwongen vervroegd emeritaat in het stille Spijk ver in het noorden van ons land.

Dr. Tukker maakt weer eens duidelijk dat, wanneer men eenmaal in dienst van het Hoofd van de gemeente is, men altijd betrokken blijft bij Diens nog steeds voortgaand werk in onze door de zonde geschonden wereld. De een zal nog bij het pastoraat betrokken blijven, terwijl de ander verder gaat met zijn speur- en denkwerk. En nu liggen er vier kloeke delen voor ons onder de aansprekende titel: ”Bronnen bij de belijdenis”.

Deze titel vraagt wel enige verduidelijking. Met de belijdenis wordt bedoeld het gereformeerde belijden - meestal in de vorm van een of meer artikelen van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, aangevuld onder andere uit de catechismus van Heidelberg of van Genève. Het werk is dan ook gericht op de behoeften en vragen van de reformatorische gezindte in Nederland. Omwille van de overzichtelijkheid en de actualiteit heeft dr. Tukker de thema’s tot vijftien beperkt.

Dr. Tukker begint uiteraard met het geloof in de Heere God. Daarna horen we van de schepping in het algemeen en van de mens in het bijzonder. De mens als beelddrager Gods komt aan de orde in het hoofdstuk over de zondeval. Over Gods openbaring gaat hoofdstuk vier. Daar blijkt dat in de reformatorische traditie er nauwelijks aandacht is voor de openbaring van God in de schepping.

Laatste dingen
Het tweede boek begint met de heilsgeschiedenis en haar relatie tot de geschiedenis in het algemeen. Tweemaal komt de kerk aan de orde. Eerst in haar relatie tot Israël en later, in boek drie, uitgebreid meer op haarzelf beschouwd. Dit deel sluit af met de betekenis van de wet van God in de godsdienstgeschiedenis, terwijl in boek vier onder het hoofd ”ethiek” uiteraard de waarde van Gods wet voor de gemeente nader wordt uitgewerkt.

Deel drie behandelt de volheid van de tijd: de persoon van Jezus Christus, waarna vervolgens wordt ingegaan op het verzoenings- en verlossingswerk van Christus tot aan Zijn verhoging. In boek vier gaat het ten slotte nog over de ”laatste dingen”.

Behalve deze onderdelen van onze belijdenis reikt dr. Tukker ons aan de wat hij in de titel noemt: bronnen. Later verduidelijkt hij dit door te spreken van „citaten.” Dat zijn het inderdaad: vele, over het algemeen niet te lange, citaten van theologen van alle tijden, die hij in modern Nederlands heeft overgezet en aan elkaar heeft verbonden door eigen commentaar en door verwijzingen naar wat anderen hierover hebben gezegd. Het is heel overzichtelijk geworden doordat dr. Tukker achtereenvolgens -duidelijk aangegeven- steeds mensen uit de oude kerk, de Middeleeuwen, de Reformatie en de nieuwe tijd aan het woord laat. „Zodoende kan de lezer tot op zekere hoogte zien hoe de christelijke geloofsbeschouwing over zo’n onderwerp in de geschiedenis tot stand is gekomen.”

Ik schreef al: een geweldig werk. Het heeft geweldig veel studie en denkwerk gekost om dit geheel tot stand te brengen. Het is ook geweldig belangrijk voor velen die heel veel wat anders her en der gezocht moet worden nu bij elkaar kunnen vinden. Ook gemeenteleden kunnen zich nu -al is het met enige moeite- laten betrekken bij de opdracht om God ook lief te hebben met het verstand. Hij vraagt dat en Hij is het waard.

Beperkingen
Soms echter bekruipt mij het gevoel dat dr. Tukker zich bij de grote denkkracht die hij ontvangen heeft van zijn God toch enigermate vertilt aan deze taak. Het is ook eigenlijk niet te doen voor één mens. Natuurlijk - hij kan zich laten bijstaan door belangrijke geleerden uit het verleden, zoals Von Harnack, Seeberg en Bakhuizen van de Brink, maar zij hebben ook niet het laatste woord. Dat bedoel ik inhoudelijk, maar ook wat de tijd betreft. Daarbij komt dat het aanreiken van dikwijls aansprekende citaten ook zijn beperkingen heeft. De nuanceringen verdwijnen en er worden te gemakkelijk en te snel conclusies getrokken.

Ik geef een voorbeeld. In het eerste boek wordt in het hoofdstuk over de (schepping van de) mens ook ingegaan op de opvattingen van de Contrareformatie, zoals die tot uitdrukking kwamen op het concilie van Trente (1545-1563). Daarvoor is de zogenaamde Denzinger erg handig, want die geeft alle concilie-uitspraken van alle tijden weer. We lezen van verschillende uitspraken en veroordelingen ter zake. Nu wil het geval dat ik indertijd uitgebreid en diepgaand deze materie bestudeerd heb en dan hoor je in deze uitspraken veel meer dan wat er lijkt te staan. Er is een geschiedenis van zoeken en onderling strijden aan voorafgegaan. En die strijd is op het concilie doorgegaan. De gevolgen zijn voor een goed verstaander zichtbaar.

Dan wordt het pas echt boeiend om theologie te bedrijven. Het kan ook openingen geven voor de toekomst. Heel interessant is het om te zien hoe in de vorige eeuw grote theologen als Schillebeeckx en Rahner naar die openingen hebben gezocht, met alle boeiende gevolgen van dien. En dat valt allemaal weg in de korte beoordeling van Trente die dr. Tukker geeft, al gebeurt dat met een beroep op de grote dogmaticus Von Harnack. Na Von Harnack zijn grote ontdekkingen gedaan die ook weer nieuw licht wierpen op het denken van middeleeuwse theologen. En dit zal niet het enige voorbeeld zijn, denk ik.

Duizelen
Inderdaad is dat een probleem bij elk handboek. Enerzijds geeft het te veel, zou je kunnen zeggen. Te veel aan citaten en opvattingen. Het kan een mens doen duizelen. In dit geval werd het me af en toe te machtig bij het lezen van het eerste boek. Gelukkig geeft dr. Tukker vanaf deel twee geregeld een samenvatting van wat daarvóór aan de orde is geweest, waardoor het veel overzichtelijker werd. Maar de grotere duidelijkheid in het weergeven en beoordelen van eerdere gegevens kwam mij anderzijds af en toe te simpel over.

Maar wanneer deze waarschuwing ernstig wordt genomen en ons ertoe brengt om van hieruit verder te gaan -door degene die aangehaald wordt zelf te gaan bestuderen- dan heeft dit toch geweldige werk zijn dienst gedaan. En daarvoor mogen we de schrijver oprecht dankbaar zijn.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer