Nederland stopt tijdelijk met AstraZeneca voor mensen onder de 60
Nederland stopt per direct met de toediening van het vaccin van AstraZeneca aan mensen onder de 60 jaar. Het gaat om een tijdelijke stop, uit voorzorg, die vooralsnog duurt tot en met woensdag.
Het ministerie van Volksgezondheid (VWS) meldt dat vrijdag na overleg met het RIVM, het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen en de Gezondheidsraad. Vorige maand stopte het ministerie ook al ruim twee weken de toediening van dit Brits-Zweedse vaccin, vanwege mogelijk ernstige bijwerkingen bij een klein aantal mensen.
Directe aanleiding voor de nieuwe pauze zijn vijf nieuwe meldingen in Nederland van ernstige bijwerkingen bij vrouwen tussen de 25 en 65 jaar. Het gaat om „uitgebreide trombose in combinatie met een laag aantal bloedplaatjes”. De betrokkenen kregen zeven tot tien dagen na de inenting last van deze klachten.
Bijwerkingencenrum Lareb meldde vrijdag dat er voor het eerst iemand in Nederland is overleden aan klachten die een bijwerking van het AstraZeneca-vaccin zouden kunnen zijn. Het ging om een vrouw die een bloedprop in haar longen kreeg.
Op dit moment zijn ongeveer 400.000 AstraZeneca-vaccins in Nederland toegediend. De vaccins gingen vooralsnog vooral naar mensen tussen de 60 en 64 jaar, mensen met het syndroom van Down, mensen met morbide obesitas, mensen die werkzaam zijn in de zorg voor kwetsbare mensen, de wijkverpleging en ook voor alle niet-mobiele thuiswonende ouderen. Er zijn relatief weinig 60-minners geprikt met AstraZeneca, aldus VWS. Mensen vanaf 60 jaar krijgen nog wel AstraZeneca. Voor hen verandert er niets.
Zorgminister Hugo de Jonge gaat na het overleg met de experts ervan uit dat er geen sprake is van een nieuw ziektebeeld, schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer. „Maar deze nieuwe meldingen moeten wel zorgvuldig worden uitgezocht.” Hij wijst erop dat vijf meldingen op ongeveer 400.000 gezette AstraZeneca-prikken relatief hoog is ten opzichte van het beeld dat tot nu toe bestond.
Soortgelijke meldingen over mogelijke bijwerkingen kwamen eerder ook uit andere EU-landen. Het Europees medicijnagentschap EMA onderzoekt nu of er een oorzakelijk verband is tussen het vaccin en de mogelijke bijwerkingen. De Nederlandse meldingen worden in het onderzoek meegenomen. Het ministerie van Volksgezondheid verwacht het oordeel van het EMA op 7 april. De prikafspraken die vanaf 8 april zijn gemaakt, blijven vooralsnog staan. Op die manier kan de inentingsoperatie snel weer worden hervat, aldus de minister.
Duitsland besloot dinsdag al om het AstraZeneca-vaccin alleen nog aan 60-plussers toe te dienen. Het ministerie van Volksgezondheid zag toen nog geen reden om hiertoe ook over te gaan in Nederland. Er wordt niet gekozen voor een prikstop voor iedereen onder de 65 jaar, omdat mensen tussen de 60 en 65 een groter gezondheidsrisico lopen na besmetting met het coronavirus, aldus De Jonge.