Run op elektronica dreigt autosector af te remmen
Ford en Volvo meldden onlangs dat ze de productie gedeeltelijk stil gaan leggen. Andere automakers zoals Toyota en Honda deden dat al eerder. De reden? Een tekort aan minuscule onderdeeltjes: chips.
Het zijn slechts kleine dingetjes, maar elektronische apparaten kunnen niet zonder: computerchips. Deze microprocessors zijn vaak slechts enkele centimeters groot, maar daarom niet minder belangrijk. Ze zijn onder meer terug te vinden in laptops en smartphones, maar ook in bijvoorbeeld wasmachines. Ze fungeren feitelijk als de ‘hersenen’ van een apparaat.
Ook een auto kan niet zonder deze chips. Sterker nog, hoe geavanceerder het model, hoe meer er nodig zijn. Zo zijn de microprocessors onmisbaar voor remsensoren en parkeercamera’s. Maar ook het infotainmentsysteem, een bedieningspaneel om onder meer de radio of navigatie mee aan of uit te zetten, kan niet zonder dit schijfje. Een gemiddelde auto bevat al gauw honderd chips.
Net als bij andere economische kwesties, is ook het chiptekort terug te herleiden tot de coronapandemie. Aan het begin van de crisis merken veel autofabrikanten dat de verkoop op een lager pitje komt te staan. De consument houdt zekerheidshalve de hand op de knip. Door de afnemende vraag moeten sommige autofabrieken zelfs tijdelijk worden gesloten.
Om die reden annuleren veel autoproducenten hun bestellingen voor chips. In de sector worden voorraden namelijk zo klein mogelijk gehouden. Deze werkwijze levert normaal gesproken behoorlijke kostenbesparingen op.
Springen
Maar chipmakers kunnen deze schijfjes niet onbeperkt opslaan. Het komt ze daarom goed uit dat veel elektronicabedrijven juist staan te springen om chips. Door de coronapandemie hebben deze fabrikanten zelfs meer microprocessors nodig dan normaal.
Omdat sinds maart vorig jaar miljoenen mensen moeten thuiswerken, stijgt bijvoorbeeld de vraag naar laptops. Ook de verkoop van andere huishoudelijke apparaten en spelcomputers zit in de lift doordat mensen meer tijd thuis doorbrengen. Voor chipmakers is het al moeilijk genoeg om aan die toenemende vraag te voldoen.
En daar zou het niet bij blijven. Na de eerste coronagolf begint de autoverkoop, sneller dan verwacht, toe te nemen. De productieaantallen worden opgevoerd en daarom hebben automakers de microprocessors weer nodig. Alleen zijn de eerder geannuleerde chips dus al vergeven aan elektronicabedrijven.
Zo komen de autofabrikanten achter in de wachtrij te staan. En die rij is lang. Zo waarschuwt het elektronica-assemblagebedrijf Foxconn voor veel langere levertijden dan gebruikelijk. Volgens het Taiwanese bedrijf, dat de meeste iPhones ter wereld in elkaar zet, kunnen de chiptekorten tot in 2022 aanhouden.
Het chipdebacle heeft voor de auto-industrie beroerde gevolgen. Persbureau Bloomberg berekent dat automakers dit jaar door het chiptekort ruim 51 miljard euro aan omzet mislopen. Naar verwachting worden bijna anderhalf miljoen auto’s minder geproduceerd.
Het Nederlandse hightechbedrijf ASML is een van de weinige bedrijven ter wereld die machines maakt waarmee chips kunnen worden geproduceerd. Het merendeel van de klandizie is dus chipproducent. Een woordvoerster laat weten dat het bedrijf pas op 21 april, als de jaarcijfers worden gepresenteerd, bekendmaakt of het tekort ook tot meer bestellingen van chipmakers heeft geleid.
Stekker
Met het kopen van nieuwe chipmachines is het probleem echter niet meteen opgelost, vertelt ze. „Het is niet zo dat er alleen maar een stekker in het stopcontact hoeft te worden gestoken. Er moeten dan ook andere dure apparaten worden aangeschaft. Anders functioneert een chipmachine niet.”
Als een bedrijf een nieuwe productielijn wil openen, om zo de productiecapaciteit te vergroten, kan dat volgens de zegsvrouw al snel meerdere miljarden kosten. Maar het prijskaartje is niet het enige aspect. Een bedrijf moet ook op zoek naar geschikte werknemers. Die zijn alleen niet makkelijk te vinden vanwege een tekort aan technisch geschoold personeel. „Als je alles bij elkaar optelt, kan het jaren duren voordat een bedrijf de chipproductie kan verhogen.”