Eis tien jaar voor doodsteken Eritrese vrouw Opperhuizen
Bij de rechtbank in Leeuwarden heeft het Openbaar Ministerie tien jaar cel geëist tegen een 36-jarige man uit het Friese Opperhuizen, wegens het doodsteken van zijn 32-jarige vrouw op 23 april vorig jaar. Het slachtoffer was nog maar vier maanden in Nederland. Zij was met haar twee kinderen van 10 en 8 jaar oud in het kader van gezinshereniging uit Eritrea overgekomen.
Het paar zou veelvuldig ruzie hebben gehad. Ook op de fatale dag was er ruzie. De kinderen werden weggestuurd naar een eveneens Eritrees buurgezin. Een handgemeen liep uit op een steekpartij, waarbij de verdachte tien keer op zijn vrouw instak.
De verdachte verliet na het geweld de woning en keerde terug toen de gealarmeerde politie ter plaatste was en vergeefse pogingen deed de vrouw te reanimeren. De man werd ter plaatse aangehouden en heeft bekend.
De ruzie tussen de echtelieden zou die dag zijn gegaan om een mobiele telefoon van het slachtoffer, die later verbrand in de tuin is teruggevonden. De man heeft daar geen aannemelijke verklaring over afgegeven, meent het OM. Het toestel was te beschadigd om er gegevens af te kunnen halen.
Volgens het OM was er vermoedelijk sprake van een „ongelukkig huwelijk”, getekend door geheime relaties van de verdachte en frustraties aan zijn kant over het niet kunnen vinden van een baan. Volgens getuigen kwam het slachtoffer nooit buiten. Tegelijkertijd zijn er aanwijzingen dat de vrouw „zich niet de wet liet voorschrijven” door haar echtgenoot, aldus justitie. De man zou haar eerder mogelijk hebben mishandeld.
De officier van justitie stond in de onderbouwing van de strafeis uitvoerig stil bij het lot van de twee kinderen. „Nog maar vier maanden voor het feit waren ze samen met hun moeder aangekomen in een voor hen vreemd en onbekend land, waar ze gingen wonen bij een vader die al jaren geen deel uitmaakte van hun leven. Zij spraken de taal niet. En van het ene op het andere moment was hun moeder dood, stond hun veilige leventje op zijn kop en waren ze als broertje en zusje op elkaar aangewezen.” De verdachte is ontheven uit het ouderlijk gezag.
Vanwege obstakels als gevolg van de coronacrisis kon het lichaam van het slachtoffer pas in december worden gerepatrieerd, om in Eritrea te worden begraven.