Nadat het witruggiertje in de broedmachine uit het ei was gekropen, werd het kuiken bij de ouders gelegd. Zij keken echter niet naar hun jong om, en de kleine ging weer terug naar de broedruimte, waar het met hulp van de verzorgers van Blijdorp kon aansterken. Ook de tweede poging om het kuiken met zijn ouders te verenigen was geen succes.

Enkele dagen later bleek dat een koppel Rüppells gieren geen levensvatbaar ei had. De verzorgers zagen daarin een uitgelezen kans om het ei in dat nest te vervangen door de jonge witruggier. De wisseltruc werkte, want meteen zorgden de pleegouders goed voor het giertje, zegt Blijdorp.

In Blijdorp leven naast de witruggieren en Rüppells gieren ook witkop- en kapgieren, maraboes, secretarisvogels en hamerkoppen. In Afrika leidt met name het stropen van neushoorns en olifanten tot een sterftetoename bij gieren. De stropers vergiftigen karkassen om zo gieren te doden die anders hun illegale activiteiten kunnen verraden.