Werkhandschoenen aan en de tuin in
Het is lente. Langzaamaan komt de tuin weer tot leven. De hoogste tijd dus om de werkhandschoenen aan te trekken en aan de slag te gaan. Wat moet er in de tuin gebeuren? De hoveniers van zorgkwekerij Hof van Arcadia op de grens van Groningen en Friesland geven tips.
Het gazon moet schoon. Voordat het gras weer gaat groeien en de grasmaaiers weer gaan ronken moet alle rommel van de herfst en winter worden verwijderd. „Dus takjes eraf, bladeren eraf en kijk ook goed of er geen stenen in het gras zijn beland”, zegt groepsbegeleider en onderwijzer Jur Roossien tegen een paar jongens die aan de slag gaan in de tuin van Teije en Marja Jacobi, eigenaren van de Hof van Arcadia.
„Stenen?” vraagt een van de jongens verbaasd. „Hoe komen die nu op het gras?” „Nou, door een storm of doordat de honden ze hebben meegenomen, het kan van alles zijn”, reageert Roossien. Feit is dat je geen stenen en takken op je gazon wilt hebben liggen wanneer je er met de grasmaaier overheen gaat, want dan is die zomaar bot of erger. Assistent-hoveniers in opleiding Oane en Rob gaan aan de slag.
Bladeren wil je niet op je gazon hebben liggen omdat ze het gras kunnen verstikken en omdat ze de grond zuur maken. En wat doet het goed op zure grond? Mos! Roossien: „Laatst sprak ik met iemand die zei: Snap jij dat nou? Daar langs het pad heb ik altijd veel last van mos, terwijl de rest van het gazon prima blijft. Ik vroeg haar: Hoe maak je je pad schoon? Bleek ze daar azijn voor te gebruiken. Tja, dan is het logisch dat er in de strook gras direct naast dat pad veel mos komt, want de azijn spoelt daar natuurlijk naartoe.”
Wanneer je het gras hebt ontdaan van takjes, bladeren, stenen en eventuele andere rommel kun je het –wanneer het ondanks de winterperiode vrij lang is– best al een keertje maaien. „Maar niet te kort”, waarschuwt Roossien. „Want als het dan gaat vriezen gaat het dood. Dus zorg dat er nog zo’n 3 à 4 centimeter blijft staan.”
Kalk strooien
Om mosgroei tegen te gaan kun je nu kalk over het gras gaan strooien. Kalk zorgt ervoor dat de grond minder zuur wordt en helpt het gras bovendien bij het opnemen van bemesting. Die bemesting is zinvol zodra de som van de gemiddelde dagtemperatuur sinds 1 januari zo’n 200 graden Celsius is. „En als het overdag dan vriest?” vraagt een van de jongens. „Dan trek je die temperatuur ervan af”, zegt Roossien. „Dan duurt het wat langer voordat je op 200 zit.”
Wanneer er erg veel mos tussen het gras groeit, is het verstandig om het gazon eerst te verticuteren voordat je gaat bemesten. Zo haal je dood gras en mos weg tussen het gezonde gras. Dat kan met een verticuteerhark (let op: dat is zwaar handwerk) of met een verticuteermachine. Zo’n machine kun je kopen in een tuincentrum, maar is er vaak ook te huur.
Tijdens het verticuteren snijdt de machine de worteltjes van het gras door. Dat stimuleert het gras om nieuwe worteltjes aan te maken, zodat het sterker wordt en dichter. Zo krijgt mos minder kans. Verticuteren doe je niet als het nog heel koud is. Het gras moet daarna immers wel gaan groeien. „Wanneer het overdag een graad of 10 is, dan kun je het gaan doen”, tipt Roossien. „Dan mag het ’s nachts best nog wat kouder zijn, hoor.”
Verticuteren gebeurt in twee richtingen, haaks op elkaar. Wanneer er heel veel kale plekken ontstaan doordat het mos de overhand had, kun je gras bijzaaien. Om te voorkomen dat het zaad bij harde wind wegwaait, meng je het eerst met een beetje wit zand. Van dat laagje zand zie je niets meer zodra het gras groeit.
Opschonen
Niet alleen het gras is in de lente aan de beurt; ook in de borders is nu volop werk te doen. „De lente is de periode waarin we de tuin gaan opschonen”, aldus Roossien. Zodra er niet al te veel vorst meer komt, kun je het dode deel van vaste planten weghalen. „Die hebben we laten zitten ter bescherming van de wortels, maar vanaf nu redden ze het wel zonder.” Uitzondering daarop zijn de hortensia’s en ook de vlinderstruik, vanwege hun holle pijpen. Wanneer die zich vullen met regenwater en er komt nog nachtvorst, dan vriest de plant dood. Hortensia’s en de vlinderstruik neem je dus pas ná de ijsheiligen (half mei) onder handen.
Zodra de zon een beetje gaat schijnen, komt het eerste onkruid alweer te voorschijn. Als je daar geen moeite mee hebt (en het misschien zelfs liever bijkruid noemt) kan het natuurlijk z’n gang gaan. Wanneer je liever een gecultiveerde border hebt, is er werk aan de winkel. „Onkruid wil je liefst uit de tuin halen voordat het bloeit, want dan vormt het zaad en vermeerdert het zich.”
„Oei”, zegt Roossien opeens, wijzend op een paar groene blaadjes onder de forsythia (Chinees klokje). „Daar staat zevenblad!” Assistent-hovenier in opleiding Bryan kijkt en wijst. „Daar staat nog meer!” De mannen zijn niet zo blij met deze constatering, want zevenblad (ook wel tuinmansverdriet genoemd) is misschien prachtig in bermen langs de weg, maar in een tuin zoals deze geldt het toch als een woekerende plant die je in toom wilt houden. „Wat moeten we hier niet gaan doen?” vraagt Roossien aan Bryan. Die weet het antwoord wel: „We moeten niet gaan schoffelen!”
Inderdaad, knikt Roossien. Waar je ander onkruid vaak makkelijk verwijdert door te schoffelen, moeten ze dat nu juist niet doen! „Zevenblad en ook heermoes en kweek moet je echt uitgraven, zodat je zeker weet dat alle wortels weg zijn. Want bij deze planten is het zo dat elk stukje wortel weer een nieuw plantje wordt. Ga je schoffelen, dan maak je de wortels kapot en krijg je er dus des te meer plantjes voor terug.”
Hoogte eruit
In de tuin is goed te zien waar de hoveniers al bezig zijn geweest met het opschonen en waar dat nog moet gebeuren. Border voor border gaan ze te werk. Niet alleen onkruid wordt weggehaald, ook worden siergrassen afgeknipt en groen blijvende heesters worden de komende weken al gesnoeid. Zoals de laurierkers. Roossien wijst een flink exemplaar aan. „Ik denk dat we hier ook maar eens een stuk hoogte uit gaan halen”, zegt hij. Dat de heester daarna flink zal moeten herstellen is niet erg. „Wanneer je ongeveer een week lang geen vorst hebt, kun je het doen. Daarna is de wond dicht en kan hij eventuele kou wel aan.”
Terwijl je de tuin ontdoet van onkruid is het zinvol om goed te letten op de uitlopers van de heesters. „Kijk, van deze kornoelje kunnen de uitlopers er wel vast af”, zegt Roossien. Wanneer die op de grond hangen en er komt een beetje zand over de tak heen, gaat hij daar namelijk nieuwe wortels maken. Bryan trekt aan een uitlopend stukje. „Kijk maar, hier zitten al worteltjes aan”, zegt hij.
Vlak bij de kornoelje staat een groepje rododendrons. Dat er meerdere planten bij elkaar staan, heeft een reden. Niet alleen is het een mooi gezicht wanneer ze eenmaal in bloei staan, het is ook handig voor het bemestingsplan van de border. „Het vroege voorjaar is hét moment om de grond te verrijken met compost”, vertelt Roossien. De meeste planten in de tuin zullen het daar goed op doen. „Planten zoals de rododendron en ook heide en skimmia houden echter van zure grond. Daar brengen we dus geen compost aan, maar turf. Als je die niet hebt, kun je trouwens ook gewoon de bladeren die je van het gras hebt gehaald hier neerleggen en met een drietand eronder harken.”
Verplaatsen
Niet alleen in de tuin van de Jacobi’s wordt er hard gewerkt, ook op de Hof van Arcadia zelf zijn hoveniers in de weer. Het 6 hectare grote hoveniersbedrijf is een plek voor arbeidsmatige dagbesteding, leer-werktrajecten, opleidingen, werkervaring en ggz-dagopvang. Assistent-hovenier Adrie en assistent-hovenier in opleiding Bas laten een van de vasteplantenheuvels zien. Hier hebben ze de afgelopen dagen heel veel compost en zwarte modder op aangebracht en dode plantenresten verwijderd. Nu ze de borders aan het klaarmaken zijn voor de zomer is het ook tijd om te kijken of alle planten nog op de gewenste plek staan. „Wanneer je een plant ziet die je niet helemaal aanstaat, kun je ’m nu gaan verplaatsen”, zegt Adrie. „Dat kun je een groot deel van de lente nog wel doen. Tot eind mei, begin juni”, vult Bas aan.
Wanneer je een vaste plant wilt verplaatsen, is het belangrijk dat je de grond er ruim genoeg omheen afsteekt, zodat je een goede kluit hebt. „Het gat dat je op de nieuwe plek maakt, moet liefst iets groter zijn dan de kluit”, zegt Adrie. „En voordat je ’m erin zet, moet je eerst de wortels kneuzen door erin te knijpen of te steken”, vertelt Bas. „Dan gaat hij extra goed wortelen.”
Maar wat nu als je een plant wilt verplaatsen die in de verdrukking staat? Dan heb je te weinig ruimte om er ruim omheen te steken. Adrie had het pas nog. „Kijk”, wijst hij. „Dit plantje, het gebroken hartje, stond onder deze palmlelie.” Het moest daar weg, omdat het zon nodig heeft. Wanneer je er niet omheen kunt steken, kun je het beste een beetje op je gevoel aan één kant de schep diep ernaast steken en dan proberen het plantje met wortels en al eruit te wippen.”
Wanneer je dit soort acties niet te vaak bij de hand wilt hebben, heeft Roossien nog wel een logische en goede tip: maak eerst een plan waar je welke plant wilt hebben staan, voordat je in het wilde weg je tuin vol gaat zetten. „De lente is hét moment om op te schonen en om nieuwe planten neer te zetten. Heesters poten kan nu al, tot eind mei. Eenjarige planten kunnen vanaf half mei de grond in. Maar voor alle planten geldt: voordat de zomer begint, moeten ze erin zitten.”