Binnenland

OM eist tbs voor neersteken medewerkster Oostvaarderskliniek

Het OM eist een nieuwe tbs met dwangverpleging tegen de 32-jarige tbs’er Floris van der B., die wordt verdacht van een poging tot doodslag op een medewerkster van de Oostvaarderskliniek in Almere.

ANP
31 March 2021 16:32Gewijzigd op 31 March 2021 17:06

Van der B. probeerde haar volgens de officier van justitie te doden door met een mes in haar hoofd, nek en longstreek te steken. De officier van justitie eiste naast de tbs geen celstraf, omdat deskundigen de verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar achten. Een psychiater en psycholoog concludeerden dat de autistische Van der B. een waanstoornis kreeg als gevolg van conflicten met de medewerkers van de kliniek.

Van der B. ontkent dat hij de intentie had de sociotherapeut te doden, zei hij woensdagmiddag in de rechtbank in Lelystad. Ook de officier van justitie is er niet van overtuigd dat er sprake was van voorbedachte raad en vindt daarom dat Van der B. moet worden vrijgesproken van de eerste aanklacht poging tot moord.

Het steekincident gebeurde op 7 september vorig jaar in de personeelskamer van de tbs-kliniek. „Ik heb inderdaad gestoken”, bekende Van der B. in de rechtbank. Het slachtoffer had twaalf steekwonden aan de rug, hoofd, nek en schouders. Getuigen vertelden de politie achteraf dat het leek alsof hij op haar had ‘ingehakt’.

Over zijn motief zei Van der B. dat het hem na maanden van oplopende spanning teveel was geworden. „Ik had de controle niet over mezelf. Maandenlang heb ik me heel slecht gevoeld. Ik werd beperkt in mijn vrijheid en er werden valse dingen over me gerapporteerd. Er gebeurden allemaal dingen die me stress opleverden. Ik sliep slecht en door het slaaptekort ben ik in een psychose terechtgekomen.”

Het slachtoffer wil wel dat de rechtbank Van der B. een gevangenisstraf oplegt, naast de tbs-maatregel. „Hij heeft bewust mijn leven verwoest. Zonder gevangenisstraf voelt het alsof mijn leven niets waard is. Hoever mag ontoerekeningsvatbaarheid gaan?”, zei ze in een slachtofferverklaring.

In zijn laatste woord zei de verdachte: „Het gaat niet goed met mij en ik heb hulp nodig. Ik hoop dat de rechtbank ervoor kan zorgen dat ik die hulp zo snel mogelijk krijg.”

De rechtbank doet op 14 april uitspraak.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer