Bloedtest kan lastige testen op koemelkallergie overbodig maken
Jonge kinderen die mogelijk een koemelkallergie hebben, hoeven waarschijnlijk op termijn geen lang en belastend onderzoek in het ziekenhuis meer te doen. Koemelkallergie wordt nu nog zo’n duizend keer per jaar vastgesteld door een kind één tot twee dagen op te nemen en onder toeziend oog van medici allerlei verschillende voedingsmiddelen te laten eten en drinken. Het kan ook anders, namelijk met een bloedtest.
Met de huidige testen wordt bewust aangestuurd op een allergische reactie. Deze zogeheten provocatietest is „vermoedelijk bij weinig kinderen en hun ouders populair”, aldus ziekenhuis Rijnstate in Arnhem.
De vraag die nog beantwoord moet worden, is of de bloedtest even effectief is als de huidige methode. Het ziekenhuis in Arnhem gaat dat wetenschappelijk onderzoeken. Zestien andere ziekenhuizen doen aan de studie mee. De onderzoekers willen in totaal 700 kinderen tussen de 0 en 12 jaar gaan testen met de zogenoemde Basofiele Activatie Test (BAT). Een kleine hoeveelheid bloed afnemen volstaat om daarmee een koemelkallergie op te sporen.
Voor het landelijke onderzoek hebben Zorginstituut Nederland en ZonMw ruim 700.000 euro subsidie verleend.
De bloedtest is niet alleen veel patiëntvriendelijker, maar ook nog goedkoper, aldus klinisch chemicus Janneke Ruinemans-Koerts, die het onderzoek gaat leiden. Ze wil vaststellen of de BAT minstens net zo effectief en veilig is als de voedselprovocatietest. „De verwachting is dat dat zeker het geval zal zijn”, zegt Ruinemans-Koerts. In ziekenhuis Rijnstate wordt de test namelijk al voor dit doel gebruikt. Als het landelijke wetenschappelijke onderzoek het verwachte bewijs oplevert, kan de bloedtest via de basisverzekering worden vergoed.
De Basofiele Activatie Test is niet helemaal nieuw. Hij wordt voor andere doeleinden al zo’n 25 jaar gebruikt in laboratoria. Pas een jaar of vijf terug werd duidelijk dat de test ook geschikt is om koemelkallergie op te sporen.