Onderzoek naar Syriër in terreurzaken
Inlichtingen- en opsporingsdiensten onderzoeken de rol van de Syriër A.I., alias A.K., in verband met de moord op Theo van Gogh en meerdere (terrorisme-)onderzoeken. Dat bevestigen verschillende bronnen aan het ANP.
De Volkskrant meldde dinsdagochtend dat de Nederlandse autoriteiten inmiddels een klopjacht naar hem begonnen zijn. Politie, justitie en de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) willen daar niets over zeggen.
Deze man heeft vorig jaar oktober korte tijd in Nederland vastgezeten op verdenking van betrokkenheid bij het voorbereiden van een terroristische aanslag. Na zijn vrijlating ging hij direct in vreemdelingenbewaring en werd hij uitgezet naar Duitsland. Hij beschikte toen overigens niet over een Duits paspoort.
I. was een van de vier verdachten die 17 oktober vorig jaar samen met de nu 18-jarige Samir A. werd aangehouden wegens terroristische activiteiten. Het OM liet de verdachten ruim anderhalve week na hun aanhouding weer vrij, wegens gebrek aan bewijs. Deze vijf onderhielden ook contacten met Mohammed B., de verdachte van de moord op Theo van Gogh.
Het onderzoek naar de vijf terrorismeverdachten die vorig jaar werden opgepakt, gaat nog steeds door. Uit informatie rond dit onderzoek blijkt dat I. een stuk ouder is dan de andere verdachten. Vermoed wordt dat hij voor verschillende jonge moslimextremisten die in de onderzoeken naar de dood van Van Gogh en andere (terrorisme)onderzoeken rond Samir A. naar voren komen, een rol als ronselaar heeft vervuld. De vermeende jonge moslimextremisten zouden hem als een soort leraar zien.
Mohammed B. was en is overigens geen verdachte in het terrorismeonderzoek naar de personen die op 17 oktober vorig jaar werden gearresteerd. Er was wel onderling contact tussen Mohammed B. en deze vijf. De betrokkenen zijn in het verleden ook allemaal in de woning van B. in de Marianne Philipsstraat in Amsterdam gesignaleerd.
De ministers Donner (Justitie) en Remkes (Binnenlandse Zaken) hebben na de arrestaties in oktober vorig jaar aan de Tweede Kamer gemeld dat twee van deze verdachten, (Samir A. en verdachte Jason W., red.), in Pakistan waren geweest. „Vast staat dat een van hen daar in een trainingskamp verbleef”, stelden de bewindslieden.
Verder is ook gebleken, zo schreven Donner en Remkes aan de Tweede Kamer, dat de groep van Samir A. in verband met een voorgenomen actie contact had met iemand uit Spanje. Volgens de Spaanse inlichtingendienst was deze persoon een man die in Marokko werd gezocht in verband met betrokkenheid bij de bloedige aanslagen in Casablanca op 16 mei 2003.
De politie arresteerde Samir A. op 30 juni van dit jaar opnieuw. Hij wordt in dit geval zelfs vervolgd voor het voorbereiden van terroristische aanslagen in Nederland. Doelen zouden onder meer de Tweede Kamer, de kerncentrale in Borssele, de luchthaven Schiphol, het ministerie van Defensie en het gebouw van de AIVD zijn geweest. Bij huiszoekingen in zijn woning vond de politie onder meer plattegronden van deze locaties, voorzien van aantekeningen.