Karzai zei „enorm dankbaar " te zijn voor de financiële en militaire hulp die Nederland tot nu toe heeft geboden. „Nederland behoort zeker gezien zijn omvang tot de topdonoren van Afghanistan," aldus de president, die hoopt op een langdurige constructieve relatie met Den Haag.

In zijn gesprek met Kamp nodigde hij de bewindsman uit zich rechtstreeks tot de Afghaanse bevolking te wenden om hen te informeren over de Nederlandse inspanningen. Kamp zelf wist met deze uitnodiging nog niet direct goed raad. Daar moest hij nog even over nadenken.

Karzai had hem verder duidelijk gemaakt dat om de huidige overgangsperiode naar een meer normaal functionerende staat af te ronden het ook noodzakelijk zal zijn af te rekenen met de oorlogsmisdadigers onder de Taliban en de krijgsheren. Bij de Taliban, de fundamentalistische stroming die het land tot een walhallah voor terroristen maakte, had hij een kleine 150 personen op het oog. Bij deze afrekeningen zal Karzai zwaar leunen op de bevindingen in een vijftal rapporten van mensenrechtenorganisaties en de VN die de komende drie maanden verschijnen.

Groot probleem voor de nieuwe president is het gebrek aan juristen. Er is een complete generatie juristen tussen uit gevallen had Kamp van Karzai begrepen. Gekscherend, maar met een serieuze ondertoon had hij vervolgens de Nederlandse bewindsman gevraagd goed opgeleide gevluchte Afghanen terug naar huis te sturen.