Promovendus Gerard Bruggink: „Hoogste gezag van paus niet overschatten”
Een paus die als opvolger van Petrus juridische volmacht voor zich opeist. Maar paus Innocentius III (1198-1216) bedoelde vooral gééstelijke volmacht en hij wilde als dienaar met name de kerk hervormen.
Dat zegt Gerard Bruggink, die woensdag in Tilburg promoveerde op het proefschrift ”Paus Innocentius III (1198-1216): Architect en Poortwachter van de primaatsdoctrine”. Het pontificaat van Innocentius wordt gezien als de periode waarin de doctrine van het pausschap tot volle ontplooiing is gekomen. Bruggink, vicaris voor missie, migranten en categoriale zielzorg van het bisdom Haarlem, beschrijft het primaatschap van Innocentius in het kader van de vierde kruistocht en de onderhandelingen met de Griekse Kerk over eenheid met Rome.
Innocentius noemde zich plaatsbekleder (vicarius) van Christus, getooid met juridische volmacht. Christus, die alle macht bezit, heeft Zijn geestelijke macht aan Petrus overgedragen, stelde hij. Innocentius heeft de soevereine positie en de autoriteit van de Petrus en de paus uitdrukkelijk gerelateerd aan het instituut van de Apostolische Stoel en de Kerk van Rome. De Kerk van Rome is één en universeel (katholiek) en in haar ligt de volheid van de macht. Zij is „door goddelijke constitutie het hoofd en moeder van alle kerken”, aldus Innocentius.
De paus heeft zich sterk ingezet voor de terugkeer van de Griekse Kerk (na het schisma van 1054) naar de eenheid met de Apostolische Stoel. De dochter moet naar de moeder terugkeren, vond hij.
Innocentius riep de vierde kruistocht uit ter bescherming van het Heilige Land en schonk zelfs voor de deelnemers volledige kwijtschelding van alle zonden. Bruggink: „Eenheid betekende voor Innocentius dat in een eerste stap alle christenen zich zouden voegen in een volledige gehoorzaamheid aan de Apostolische Stoel. Daarna zouden de heidenen en de Joden zich bekeren en zo zou geheel Israël gered worden.”
Toch zag Innocentius het Petrusambt met betrekking tot de kerk van Constantinopel als een dienstambt, dat niet moest leiden tot heerschappij, maar tot grotere dienstbaarheid aan de kerk. Innocentius sprak relatief weinig over de kerk. Hij bond haar aan Christus als haar fundament. De kerk als de ene familie staat onder de door Christus aangestelde dienaar (de paus), die over allen toezicht moet houden, maar die zichzelf dienaar weet en geen heer. „De paus is de bruidegom van de kerk. Hij moet zorg dragen voor heel de familie van de kerk”, aldus Innocentius.
Hervorming
Het brandpunt van het pontificaat van Innocentius was de hervorming van de kerk naar hoofd en ledematen. Maar dat stond bij hem wel in het teken van de bestrijding van de volgens hem afvallige Kartharen en Waldenzen. Bruggink: „Hij was echter geen ketterjager. Hij maakte gebruik van de uitstraling van nieuwe bewegingen als de franciscanen en dominicanen met hun alternatieve christelijke levenswijzen om een tegenwicht te bieden aan de ketters. Innocentius bestreed veel misstanden in de kerk, zoals priesters die zich niet aan de spelregels hielden.”
Als je de titulatuur van Innocentius leest, staat die dan niet haaks op de Bijbel en de huidige paus?
„Je moet al die titels relativeren. Ze weerspiegelen de context van bepaalde tijden. Innocentius was juist degene die de hervormingsgezinde Franciscus van Assisi vrij spel gaf. Zijn optreden als paus was nodig, omdat de vorsten te veel de lakens uitdeelden in de kerk en de paus daarom moest opkomen voor het eigen recht van de kerk. In de praktijk had hij zelfs niet altijd de gewenste politieke macht. Integendeel, veel mensen luisterden niet naar hem. Innocentius is ook niet te vergelijken met de latere Renaissancepausen, die veel tijdelijke macht naar zich toetrokken. Hij had een geestelijke uitstraling en liet veel de Schrift spreken. Dat geldt ook voor de huidige paus Franciscus. De huidige paus is wereldwijd een geestelijk leider. En we moeten niet vergeten dat ook elke christen een plaatsbekleder is van Christus en van Zijn werk moet getuigen.”