Celstraf voor inbraak en poging afpersing Abdijkerk Thorn
De rechtbank in Roermond heeft een 35-jarige man veroordeeld tot vijftien maanden cel, waarvan vier maanden voorwaardelijk, wegens een inbraak in de historische Abdijkerk Thorn. Na de inbraak probeerde hij het kerkbestuur af te persen door te dreigen gestolen kunstvoorwerpen te vernielen als er niet werd betaald.
Onder de geroofde goederen bevond zich onder meer een eeuwenoude zilveren monstrans met diamanten en parels, diverse kelken en een verguld altaarkruis. Twee van gewapend glas voorziene vitrines in het kerkgebouw zijn vernield, evenals een Mariabeeld. Bij de inbraak is een alarm afgegaan, waardoor de pastoor van de kerk en de politie snel ter plaatse waren.
De kunstvoorwerpen hebben een grote emotionele en historische waarde, stelt de rechtbank. Nog niet alles is terugbezorgd. Wat wel terecht is, is mogelijk blijvend beschadigd geraakt. Dit rekent de rechtbank de verdachte zwaar aan. De man heeft geen vast woon- of verblijfplaats. Hij hoeft geen schadevergoeding te betalen, omdat het kerkbestuur heeft aangegeven dat de schade wordt vergoed door de verzekering.
De inbraak vond plaats op 10 maart vorig jaar, kort na 01.00 uur. De verdachte heeft verklaard dat hij alleen op pad was, maar dat gelooft de rechtbank niet. Getuigen hebben verklaard dat zij van de man hebben gehoord dat er nog twee anderen bij waren, van wie er één mee de kerk is binnengegaan. Om in het kerkgebouw te komen zijn ladders gebruikt en is een glas-in-lood-raam vernield. Volgens de rechtbank heeft de verdachte een leidende rol gespeeld.
In de weken na de inbraak werd het kerkbestuur herhaaldelijk gebeld door een onbekende, die geld eist in ruil voor teruggave van de buit. Als er niet zou worden betaald, zouden de voorwerpen worden omgesmolten of platgetrapt. Ook zijn er persoonlijke dreigementen geuit - de politie mocht niet worden ingeschakeld.
Het kerkbestuur voelde zich gedwongen te betalen. Nadat daarover afspraken waren gemaakt, zou het in april tot een overdracht komen. Het losgeld zou achter in een auto liggen, op een parkeerplaats. Toen de verdachte zich daar op een (gestolen) scooter meldde, kon de politie hem arresteren. Hij had een deel van de gestolen goederen bij zich.
De man liep nog in een proeftijd van een een eerdere veroordeling. Daarom moet hij nog eens 120 dagen extra uitzitten.