Jonge verdachten schietpartij Amsterdamse Vechtstraat langer vast
De drie jonge verdachten van de schietpartij in de Amsterdamse Rivierenbuurt in de nacht van 26 augustus, blijven vastzitten. Dat heeft de rechtbank in Amsterdam woensdag bepaald tijdens een inleidende zitting.
Bij de schietpartij om 04.00 uur ‘s nachts werden met een kalasjnikov meerdere schoten afgevuurd op een woning in de Vechtstraat. Daarbij raakte een van de bewoners van het huis gewond. Het wapen is gewikkeld in een vest teruggevonden in een auto in de buurt van de schietpartij. Die auto werd in een ander politieonderzoek al geobserveerd met een camera.
Op het stuur van de auto is DNA gevonden van verdachten Denver B. (20) en Damian L. (21) uit Amsterdam. Hun DNA zat ook op een handschoen die in de kofferbak is gevonden, samen met biologische sporen van de derde verdachte Amier S. (20) die in december is opgepakt. Op het vest zijn sporen van schotresten gevonden, zei de officier van justitie. B. en L. zijn kort na de schietpartij opgepakt in Leeuwarden en Amsterdam-West op basis van camerabeelden.
Advocaat Gerald Roethof pleitte vergeefs voor het opheffen van het voorarrest van L. „Mijn cliënt zit nu 211 dagen vast en het einde is nog niet in zicht”, zei Roethof, doelend op de inhoudelijke behandeling van de zaak die gepland staat op 19 augustus. Volgens Roethof is er geen bewijs dat zijn cliënt geschoten heeft. Er zaten geen sporen van L. op het wapen. Volgens Roethof kan zijn cliënt hooguit worden veroordeeld voor diefstal van de auto of heling. Maar de officier van justitie zegt aanwijzingen te hebben „die wijzen op een grotere rol van L.”
Na de schietpartij zijn meerdere kogelinslagen gevonden bij de woning. De drie verdachten worden aangeklaagd als medeplegers van poging doodslag en vuurwapenbezit. Roethof noemt het schieten door een raam geen poging doodslag maar een bedreiging.
Voor S. is het de eerste keer dat hij vastzit. Hij zit in een jeugdgevangenis. „Ik doe nog wel mijn school. Ik wil zo snel mogelijk naar het hbo en ik hoop dat ik zo snel mogelijk naar huis kan”, zei S. L. ontkende tegenover de rechtbank geschoten te hebben: „Ik heb niets met het schieten te maken.”
De volgende en laatste pro-formazitting is op 18 juni.