Kostunica gemaand tribunaal te steunen
De Servische premier, Zoran Djindjic, heeft maandag de Joegoslavische president, Vojislav Kostunica, onder druk gezet om steun te geven aan de uitlevering van verdachten aan het VN-oorlogsmisdadentribunaal in Den Haag.
Zondag verliep de termijn die het Amerikaanse Congres aan Joegoslavië had gesteld om mee te werken met het tribunaal of 120 miljoen dollar financiële steun te verspelen. Djindjic is voor samenwerking, maar de veel nationalistischer ingestelde Kostunica beschouwt het tribunaal als onwettig en anti-Servisch.
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Powell, neemt nog geen besluit over hulp aan Joegoslavië. Hij heeft dat maandag voor onbepaalde tijd uitgesteld, volgens zijn ministerie in Washington.
Djindjic noemde de houding van Kostunica maandag „laf, hypocriet en onverantwoordelijk.” Hij zei dat het de plicht van de Joegoslavische president is zorg te dragen voor ’s lands internationale positie en meende dat Kostunica op dit punt zijn plicht verzaakt.
In een duidelijk teken van steun voor de Servische premier gaf de Joegoslavische federale regering een verklaring uit waarin wordt gezegd dat Joegoslavië als VN-lidstaat volledig moet samenwerken met het Haagse tribunaal. Minister van Buitenlandse Zaken Goran Svilanovic zei dat „alle staatsorganen nu gedwongen zijn met het tribunaal samen te werken, wat betekent dat onderzoekers toegang dienen te krijgen tot alle archieven en alle aangeklaagden moeten arresteren.”
Kostunica herhaalde zijn bekende standpunt maandag voor de staatstelevisie en zei voorstander van samenwerking met het tribunaal te zijn, mits die samenwerking in „een duidelijke wet” wordt geregeld. Zonder zo’n wet vreest hij, naar zijn zeggen, voor destabilisatie van het land. De partij van Kostunica heeft een wet voorgesteld die voorziet in een langdurige en zeer ingewikkelde uitleveringsprocedure.
Het Servische ministerie van Justitie vaardigde zondag aanhoudingsbevelen uit voor vier medewerkers van oud-president Slobodan Milosevic, die zelf momenteel door het tribunaal wordt berecht. De documenten hebben betrekking op de Servische president Milan Milutinovic, oud-veiligheidsadviseur en voormalig vice-premier Nikola Sainovic, voormalig legercommandant Dragoljub Ojdanic en de voormalige Servische minister van Binnenlandse Zaken, Vlajko Stojiljkovic.