Ministers somber over coronacijfers
Leden van het kabinet zijn somber gestemd over de ontwikkelingen rondom het coronavirus. De besmettingscijfers en ziekenhuisopnames lopen al weer een tijdje op, en hoewel ze niet op de persconferentie van dinsdag vooruit willen lopen, zien ministers Hugo de Jonge (Volksgezondheid) en Ferd Grapperhaus (Justitie) weinig reden tot optimisme.
Zondag spraken de betrokken bewindslieden op het Catshuis over de coronamaatregelen. Volgens bronnen worden er dinsdag geen versoepelingen aangekondigd. Bij de vorige persconferentie zeiden premier Mark Rutte en De Jonge dat als de cijfers zich gunstig zouden ontwikkelen, er rond Pasen wellicht nieuwe versoepelingen mogelijk zouden zijn.
Maar de stemming is inmiddels omgeslagen. Op 8 maart, de dag van de laatste persconferentie, lag het aantal besmettingen nog rond de 4500. Inmiddels is het opgelopen tot meer dan 7000 per dag en lopen ook de opnames in het ziekenhuizen en op de intensive cares weer op.
Een stijging van de besmettingscijfers wordt doorgaans gevolgd door een toename van het aantal ziekenhuisopnames, omdat het een tijdje duurt voordat besmette mensen ziek worden. Het is aannemelijk dat dit de komende weken gebeurt, maar niet zeker, aldus de Jonge. Er worden namelijk meer jongeren (positief) getest, en zij belanden veel minder vaak in het ziekenhuis. Voor de langere termijn is er „best een hoopvol perspectief” omdat er steeds meer mensen worden gevaccineerd, aldus De Jonge. Maar voor de korte termijn ziet het er „zorgelijk” uit.
Net als De Jonge vindt Grapperhaus niet dat mensen twee weken geleden iets moois is voorgehouden, door het over mogelijke versoepelingen te hebben. „Ik heb twee weken geleden gezegd dat we heel behoedzaam en voorzichtig moeten blijven.” Volgens de bewindsman was er toen een beetje licht zichtbaar aan het einde van de tunnel. „Ik moet echt zeggen dat het mij de afgelopen tien dagen hard is gevallen, hoe het zich heeft ontwikkeld”.
Grapperhaus roept mensen op zich beter aan de basisregels te houden, zoals het veelvuldig handen wassen en 1,5 meter afstand houden. „We moeten hier doorheen bijten. Dat is en blijft zo.”