Gebruik van energie in gebouwen moet beter
Investeringen in energiebesparende gebouwen moeten worden gestimuleerd. Woningen die door middel van microwarmtekrachtcentrales en zonnepanelen in hun eigen duurzame energie voorzien, zouden meer mogen kosten. Bewoners zijn namelijk minder geld kwijt aan hun gas- en stroomrekening.
Dat bepleiten onder meer het Energie Centrum Nederland (ECN), onderzoeksinstituut TNO, woningcorporaties en projectontwikkelaars. Zij boden maandag aan staatssecretaris Van Geel van Milieu de Diligentia-verklaring aan in het gelijknamige Haagse theater.
„De huisbaas kan investeren in duurzame energie, maar het is de huurder die profiteert in de vorm van een lagere energierekening”, schetste EU-energiefunctionaris Luc Werring de huidige situatie. Ook projectontwikkelaars zijn vaak huiverig om nieuwe woningen te voorzien van kostbare installaties voor duurzame energie.
„De overheid is te afwachtend met het stimuleren van duurzame energie in gebouwen”, meent Wim Sinke van het ECN. Het ontbreekt aan een langetermijnvisie voor deze toepassing van duurzame energie, terwijl die de CO(in2(-uitstoot sterk kan terugdringen.
In warmtekrachtcentrales wordt elektriciteit opgewekt. De daarbij vrijgekomen warmte wordt gebruikt voor bijvoorbeeld verwarming. „Gecombineerd met zonnepanelen vormt dat een stabiele energiebron”, aldus Sinke. Het uiteindelijke doel is een gebouw zelf in zijn energiebehoefte te laten voorzien.
Maar de consument staat als huiseigenaar sceptisch tegenover de hoge investeringen die duurzame energie met zich meebrengen. „Consumenten en projectontwikkelaars moeten inzien dat die investeringen worden terugverdiend”, zegt Sinke. Alleen investeringen die pas op langere termijn geld opbrengen, zouden door de overheid moeten worden gesubsidieerd.
Een gebrek aan wetgeving en belastingregels belemmert de opmars van duurzame energie, constateert ook de staatssecretaris. „Maar subsidie is alleen zinvol als duurzame energie op termijn op eigen benen kan staan.”
De Europese Commissie mikt op een energiebesparing van 20 procent in 2010. „Dat kost niks extra”, zegt Werring. Tussen 1990 en 2001 bespaarden de huishoudens slechts 6 procent op hun energiegebruik. In de industrie werd in diezelfde periode het energiegebruik met 18 procent teruggedrongen.
Het is nog maar de vraag of de Europese doelstelling wordt gehaald. Twee jaar geleden onderstreepten de betrokken partijen ook al de noodzaak van het gebruik van duurzame energie in gebouwen. Sindsdien is er weinig van de grond gekomen. „Terwijl onze afhankelijkheid van fossiele brandstof groeit. De energieprijzen stijgen en de geopolitieke situatie blijft onzeker”, aldus Sinke.
Ook de aankomende start van de handel in emissierechten noopt tot een reductie van de CO(in2(-uitstoot van huishoudens. „We halen de CO(in2(-doelstelling van Kyoto alleen omdat we door de temperatuurstijging de afgelopen jaren minder hebben gestookt”, aldus de staatssecretaris.