Evangeliegeur
Mattheüs 26:8-9
„En Zijn discipelen, dat ziende, namen het zeer kwalijk, zeggende: Waartoe dit verlies? Want deze zalf had duur verkocht en de penningen de armen gegeven kunnen worden.”
Zeker, het was nodig dat Jezus, Die na enige dagen als een vloek aan het kruis zou worden genageld, nu zo heerlijk gezalfd werd in tegenwoordigheid van Zijn vrienden en ook van Lazarus, die Hij uit de dood had opgewekt tot een getuigenis van Jezus levendmakende goddelijke kracht. Zo wordt dan Jezus hier aan Zijn vrienden vertoond als de gezalfde Koning, Die de Vader gezalfd heeft (Psalm 2) tot onze Profeet, Priester en Koning. En dat voor ons: tot wijsheid, rechtvaardigheid, heiligmaking en volkomen verlossing. Die in de wereld gezonden en met de Heilige Geest gezalfd is, opdat Hij ons de raad van de Vader zou openbaren. Want op Hem rust de Geest des Heeren; de Geest der wijsheid en des verstands; de Geest des raads en der sterkte; de Geest der kennis en der vreze des Heeren (Jesaja 11:2). Want het is des Vaders welbehagen dat in Hem al de volheid Gods wonen zou (Kolossenzen 1).
De gekruiste Christus is als een Hoorn vol genade, die van Hem, als het Hoofd, neerdaalt op Zijn leden. Die door het geloof (in meerdere of mindere mate) met Hem verenigd zijn, die zullen dan ook door de kracht die van Zijn kruisdood uitgaat eenmaal zo vol worden van Zijn genade en heerlijkheid, dat ook hun nardus zijn reuk zal geven, wat vervuld zal worden door de verkondiging van het Evangelie.
David Bruinings, predikant te Amsterdam (”De Leeuw uit de stam van Juda”, 1755)