Erdogan oogst kritiek na opzeggen vrouwenrechtenverdrag
De Turkse president Erdogan krijgt scherpe kritiek uit binnen- en buitenland omdat hij zijn land heeft teruggetrokken uit een internationaal verdrag dat vrouwenrechten waarborgt. Vicevoorzitter Gökçe Gökçen van de belangrijkste oppositiepartij CHP reageerde woedend. Ze zei dat Erdogan hiermee „vrouwen tweederangsburgers houdt” en „toelaat dat ze worden vermoord”. Ze noemde het besluit van de president illegaal, omdat hij het parlement niet heeft geraadpleegd.
Een in Istanbul gevestigde stichting voor slachtoffers van huiselijk geweld riep direct op tot protesten, waar duizenden mensen gehoor aan gaven. Istanbul is tevens de stad waar het verdrag in 2011 werd opgesteld. Turkije ratificeerde het als eerste, in 2012, nog voor Europese landen als Nederland, Duitsland en België. Doelen van het verdrag zijn het voorkomen van huiselijk geweld, bescherming van slachtoffers en het beëindigen van de straffeloosheid van daders.
De conservatieve regering van Turkije vindt dat het land vrouwenrechten beter op zijn eigen manier kan bevorderen. Turkije hoeft daarin niet „anderen te imiteren”, schreef vicepresident Fuat Oktay op Twitter. Binnen de regerende AK-partij heerst de mening dat het verdrag afbreuk doet aan traditionele waarden. Het zou echtscheiding bevorderen en het principe van gelijkheid, dat in het verdrag wordt benadrukt, zou gebruikt kunnen worden door de lhbt-gemeenschap om gelijke rechten af te dwingen. Ook dat ligt moeilijk onder conservatieven.
„Dit is een grote terugslag”, reageert secretaris-generaal Marija Pejčinović Burić van de Raad van Europa. Die internationale organisatie, niet te verwarren met de Europese Unie, riep het verdrag in het leven. Turkije is zelf ook lid van van de organisatie. De Kroatische chef van de Raad vindt dat de Turkse regering met het besluit „de bescherming van vrouwen in gevaar brengt”. Zowel het Franse als het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken liet in een verklaring weten het Turkse besluit te betreuren.
Het besluit werd zaterdag gepubliceerd in de Turkse staatskrant. Activisten in Turkije waarschuwden al snel dat het pact cruciaal is om het stijgende aantal gevallen van huiselijk geweld in Turkije terug te dringen.
President Erdogan heeft geweld tegen vrouwen eerder veroordeeld. Hij zei deze maand nog dat zijn regering dergelijk geweld volledig wil uitbannen, maar critici vinden dat de overheid daar onvoldoende aan heeft gedaan. Ook zou de opzegging van het pact de Turkse kandidatuur voor toetreding tot de Europese Unie geen goed doen, zeggen tegenstanders.
Turkije houdt geen specifieke cijfers bij van geweld dat gericht is tegen vrouwen. Volgens de wereldgezondheidsorganisatie WHO krijgt 38 procent van de Turkse vrouwen in hun leven te maken met geweld van een partner. In Europa is dat ongeveer 25 procent.
Overigens is Turkije niet het enige land waar het pact ter discussie staat. Ook in de Poolse regering zijn stemmen opgegaan om het op te zeggen.