Aan de gevel van een hoekpand in Leidsche Rijn wappert een vlak met de tekst ”Welkom”. Vanwege corona is er ruimte voor een beperkt aantal bezoekers, maar de deur van De Hoeksteen is open. Jaco Hakkenberg, sinds 1 oktober veldwerker op deze evangelisatiepost van de Gereformeerde Gemeenten, ontvangt er graag buurtbewoners voor een kop koffie en een gesprek.

Aan de wand van het „christelijk ontmoetingscentrum” hangt een dartbord, in een hoek staat een orgeltje. Op tafel liggen uitgaven met titels zoals ”RichtingWijzer. Dagboek voor tieners” van Laurens Snoek en ”Brug naar Markus” van ds. A. T. Vergunst.

Ruim 21 jaar werkte Hakkenberg in en vanuit Rotterdam voor Stichting Ontmoeting onder dak- en thuislozen. „Ik houd van die doelgroep en het was mooi, dynamisch werk.” Hij was dan ook niet uitgekeken op zijn baan, toen iemand hem attendeerde op de vacature voor veldwerker in Leidsche Rijn. De advertentie liet hem niet los. „Ik kende al langer het verlangen om het Evangelie van verlossing door de Heere Jezus aan anderen door te geven. Uiteindelijk heeft God het zo geleid dat ik hier terechtkwam.”

Sinds oktober rijdt Hakkenberg dagelijks op zijn motor vanuit zijn woonplaats Ridderkerk naar Utrecht. Het afgelopen halfjaar leerde hij Leidsche Rijn, dat een mix van koophuizen en sociale huurwoningen bevat, steeds beter kennen. „Het beeld dat in een Vinexwijk alleen hogeropgeleiden wonen, klopt niet. Dit is een wijk met een grote diversiteit aan bewoners. Zo heeft 43 procent een migratieachtergrond. Diverse minderheidsgroepen zijn geïntegreerd in de wijk.”

Hakkenberg wijst door het raam naar de appartementen van een zorginstelling aan de overkant van de straat. Daar wonen mensen met een psychiatrische of verslavingsachtergrond. „Ik werkte hier nog geen drie weken, toen ik iemand tegenkwam die ik in 2006 als dakloze in Rotterdam had ontmoet. Hij woont nu hier.” Inmiddels heeft Hakkenberg contact met diverse bewoners van de zorginstelling.

De coronacrisis maakte het niet eenvoudig in Leidsche Rijn aan de slag te gaan. Diverse activiteiten lagen stil. „Toen ik in oktober kwam, waren er nog wel crea-ochtenden. Die zijn bij de tweede lockdown gestopt. De Bijbelstudie gaat wel door. Om voldoende afstand te kunnen houden, hebben we die tijdelijk verplaatst naar het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente, iets verderop in de wijk. Ook hebben we elke dinsdag- en vrijdagochtend een gebedsmoment met en voor de wijk. En sinds enkele weken draait de kinderclub weer.”

Een deel van zijn tijd besteedt Hakkenberg aan individuele gesprekken met wijkbewoners. Vlak voor Kerst belde hij samen met vrijwilligers aan bij een kleine honderd woningen. „We overhandigden een lantaarntje met daaraan een kaartje met een Bijbeltekst. Een mooie manier om in contact te komen en mensen te laten weten dat ze, binnen de coronaregels die nu gelden, welkom zijn in De Hoeksteen.”

Het viel Hakkenberg op dat velen openstonden voor een gesprek en soms meteen hun problemen met hem deelden. „Twee mensen die we met de lantaarnactie spraken, volgen nu de Bijbelstudie.” Terwijl diverse activiteiten vanwege corona nog stilliggen, biedt de pandemie juist ook openingen voor gesprek, merkt Hakkenberg. „Zekerheden vallen weg. Dat is een thema dat in bijna alle gesprekken aan de orde komt.”

Op allerlei manieren probeert de veldwerker de Bijbelse boodschap te zaaien onder mensen die niet beseffen dat ze als zondaren verlossing nodig hebben. „We moeten met woord en daad het Evangelie doorgeven, in alle eerlijkheid. God is niet alleen liefde, Hij is ook rechtvaardig. De boodschap is nog steeds, zoals in Markus 1 staat: „Het Koninkrijk Gods is nabij gekomen, bekeert u en gelooft het Evangelie.””

Hakkenberg benadrukt dat het verspreiden van die boodschap niet alleen op evangelisatieposten dient te gebeuren. „Het is een Goddelijke opdracht een lichtend licht te zijn. Hier ligt een taak voor elke christen. Ieder huis waar een christen woont zou een huis van hoop moeten zijn, waar de deur open staat en mensen met hun vragen terechtkunnen. Als we –eerlijk, bewogen en met liefde– het Evangelie doorgeven, belooft God daardoorheen te werken.”