Met Jorritsma en Ollongren politieke zwaargewichten als verkenner
Twee politieke zwaargewichten van VVD en D66 gaan aan de slag om de mogelijkheden van een nieuwe regeringscoalitie te verkennen. Ze hebben een breed draagvlak bij de lijsttrekkers van de zeventien gekozen partijen in de Tweede Kamer, zei Kamervoorzitter Khadija Arib na overleg met de partijleiders.
Annemarie Jorritsma (70) is sinds 2015 voorzitter van de Eerste Kamerfractie van de VVD. Ze heeft een lange staat van dienst binnen de partij en geldt als trouwe bondgenoot van partijleider Mark Rutte. Ze was eerder minister van Verkeer en Waterstaat in het kabinet Kok-I en daarna van Economische Zaken in kabinet Kok-II. In deze paarse kabinetten van PvdA, VVD en D66 deed Jorritsma veel ervaring op met de sociaal-liberalen.
In 2003 werd ze burgemeester van Almere. Die functie bekleedde ze tot 2015, waarna ze toetrad tot de Eerste Kamer. In 2010 probeerde Jorritsma vergeefs Job Cohen (PvdA) op te volgen als burgemeester van Amsterdam.
Demissionair minister Kajsa Ollongren (53) van Binnenlandse Zaken is door D66 voorgedragen. Zij kent ook premier Mark Rutte goed: niet alleen zat Ollongren de afgelopen jaren in het kabinet, tussen 2011 en 2014 was ze ook de hoogste ambtenaar op zijn ministerie (Algemene Zaken). Ollongren was bovendien als topambtenaar secretaris van de formatie in 2010, die leidde tot het eerste kabinet-Rutte, van VVD en CDA, met de PVV als gedoogpartner.
Daarnaast is Ollongren een belangrijke naam binnen D66. Ze was de afgelopen jaren vicepremier, wat betekent dat zij de belangen van het D66-smaldeel behartigt. Ook stond ze als lijstduwer op de verkiezingslijst van deze verkiezingen. Vooraf gaf ze al aan dat dit niet betekent dat ze de Kamer in wil. Ze vindt dat anderen daarvoor betere „capaciteiten” hebben.
De bewindsvrouw werd eerder nog genoemd als mogelijke opvolger van voormalig lijsttrekker Alexander Pechtold, die in oktober 2018 zijn vertrek uit de politiek bekendmaakte. Maar Ollongren, die tussen eind 2019 en april 2020 met ziekte kampte, kondigde aan geen gooi te doen naar het partijleiderschap.
De VVD groeit volgens de prognose van de verkiezingsdienst van het ANP naar 35 zetels, veruit de grootste partij. Maar D66 groeide meer: van 19 naar 24 zetels. Daarmee is D66 voor het eerst de tweede partij. De liberale partijen kwamen samen tot het voorstel om twee verkenners voor te dragen, zei Arib.