Turkse justitie wil Koerdische partij HDP verbieden, VS kritisch
De Turkse hoofdaanklager heeft woensdag een zaak aangespannen bij het constitutionele hof van het land om de linkse Koerdische partij HDP te laten verbieden. De zaak is de culminatie van een jarenlange campagne van repressie tegen de partij door de regering-Erdogan. De Verenigde Staten, een belangrijke bondgenoot van Turkije, hebben kritisch gereageerd op de rechtszaak.
Turkije kent een lange geschiedenis van verboden op politieke partijen die als een bedreiging worden gezien. In het verleden werden al andere Koerdische partijen verboden. De HDP is vooralsnog de twee na grootste partij in het Turkse parlement.
De HDP kwam recentelijk al onder grotere druk te staan toen ook de nationalistische bondgenoten van president Recep Tayyip Erdogan zich aansloten bij de roep om een verbod op de Koerdische partij. Erdogans AK-partij en zijn bondgenoten menen dat de HDP banden heeft met de Koerdische terreurgroep PKK. De HDP ontkent dat.
Erdogan en zijn nationalistische bondgenoten kampen overigens met een dalende populariteit vanwege de economische gevolgen van de coronaepidemie. De volgende verkiezingen zijn pas in 2023. Volgens de HDP handelt de hoofdaanklager op bevel van Erdogan en probeert de AK-partij via de rechter zijn politieke dominantie te handhaven.
Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft in een verklaring gezegd dat een verbod op de HDP „de wil van Turkse kiezers op ongehoorde wijze ondergeschikt zou maken, de democratie in Turkije verder zou ondermijnen, en miljoenen Turkse staatsburgers hun gekozen vertegenwoordiging zou afnemen”.