Politici ongelukkig over oorlogstaal Zalm
Tweede–Kamerleden zijn niet gelukkig met de uitlatingen van vice–premier Zalm dat het kabinet „de oorlog aangaat om moslimextremisme en radicalisme te bestrijden".
Zalm beaamde vrijdag in de wekelijkse persconferentie dat het kabinet het terrorisme de oorlog heeft verklaard. In het radioprogramma Met het oog op morgen zei hij later op de vraag of het oorlog is: „We verklaren in ieder geval de oorlog terug. We gaan de oorlog aan om dit soort extremisme en radicalisme te bestrijden."
GroenLinks–fractievoorzitter Halsema is „zeer ongelukkig" met de opmerkingen van Zalm. „Het is oorlogszuchtige taal en suggereert dat alles is geoorloofd. De regering moet alles doen wat binnen haar wettelijke bevoegdheden ligt, maar het komt ook aan op zelfbeheersing in je taal. Met het woord oorlog vervallen we te gemakkelijk in ’wij–zij’ tegenstelingen."
Ook D66–fractievoorzitter Dittrich stelt dat het kabinet „heel secuur" moet zijn in zijn uitlatingen. „Dit zijn heel grote beelden over oorlogsdreiging, die heftige tegenreacties kunnen oproepen. Je moet niet door grove taal alle moslims over een kam scheren. Ik pleit voor beheersing in het taalgebruik, maar wel ondertussen een keiharde aanpak."
ChristenUnie–fractievoorzitter Rouvoet wil zelf absoluut geen grote woorden gebruiken, maar noemt de uitspraken van Zalm wel onverstandig. „Het riskante van een woord als oorlog is dat het een heel beladen begrip is. Wie is dan de vijand? Het is te abstract. Dit kan leiden tot een verdere polarisatie, mensen gaan zich dan de vijand voelen."
Rouvoet zegt dat hij dinsdag, kort na de moord op Van Gogh, al mailtjes kreeg van ’fortuynisten’, die ertoe opriepen alle „islamitische fascisten en terroristen" het land uit te zetten. „Daarin wordt dan toch de suggestie gewekt dat ze moslims het land uit willen zetten."
PvdA–Kamerlid Van Heemst stelde maandag voorop dat hij begrip heeft voor de emoties die leven binnen de VVD en ook bij vice–premier Zalm. Iedereen leeft volgens hem mee met de bedreigde Kamerleden Wilders en Hirsi Ali.
Maar tegelijkertijd zegt Van Heemst dat hij zelf het woord oorlog nooit zou hebben gebruikt. Hij ziet in de aanslag op een moskee in Eindhoven het bewijs „dat de term oorlog door onverlaten wordt gebruikt als een vrijbrief om hun gang te gaan. Het gebruik van het woord oorlog draagt niet bij aan een leefbaarder samenleving."
’Oorlog’ wekt volgens Van Heemst „de illusie dat je terreur volledig kunt uitbannen, wat niet kan. Bovendien wekt het de indruk dat je allerlei maatregelen wilt nemen, waar ik niet blind voor teken. Ik wil altijd de afweging kunnen maken tussen de risico’s en de nadelen van harde maatregelen die onze bewegingsvrijheid beperken of stempels drukken op bepaalde groepen."
Zalm zelf liet maandag via een woordvoerder weten de term ’oorlog’ overdrachtelijk te hebben gebruikt. „Hij heeft het bedoeld als ’strijd"’, aldus de woordvoerder. Premier Balkenenende viel hem daarin bij. Bij de NOS zei hij ook dat het gaat om een strijd tegen extremisme.