RIVM meldt sterkste stijging coronabesmettingen sinds december
Het aantal geregistreerde positieve coronatesten is afgelopen week met bijna een kwart (24 procent) toegenomen. Het is de grootste procentuele stijging in een week tijd die het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) dit jaar heeft gemeld.
De vorige keer dat het weekcijfer nog scherper omhoog ging, was in de rapportage van 15 december. Die dag ging de strenge lockdown in. „De situatie blijft zorgelijk”, concludeert het RIVM.
Van vorige week dinsdagochtend tot aan afgelopen dinsdagochtend registreerde het instituut 39.527 nieuwe besmettingen. De stijging volgt op diverse versoepelingen van de coronamaatregelen. Middelbare scholieren gaan sinds 1 maart weer een deel van de tijd fysiek naar school. Twee dagen later mochten mensen in veel contactberoepen weer aan het werk. Dat zijn onder meer kappers en rij-instructeurs. Verder werden de mogelijkheden om samen buiten te sporten verruimd.
Premier Rutte erkende tijdens de persconferentie waarin hij de versoepelingen aankondigde dat het kabinet bereid is „iets meer risico” te nemen. Dat moest wel „beperkt en weloverwogen”. Rutte benadrukte dat het onderwijs open moet blijven, maar waarschuwde ook: „Als over een paar weken de cijfers onverhoopt weer door het dak gaan, liggen alle andere opties van aanscherping wel weer op tafel.”
Volgens de wekelijkse update zijn de afgelopen week 1234 mensen met Covid-19 opgenomen in het ziekenhuis, van wie 268 op de intensive care. Dat aantal is vergelijkbaar met dat van een week eerder. Het RIVM registreerde afgelopen week 204 sterfgevallen van coronapatiënten. De week daarvoor meldde het instituut 269 overlijdens.
Kinderen
Zoals gezondheidsminister De Jonge bekendmaakte, is het reproductiegetal gestegen tot 1,06. Dat betekent dat 100 besmette mensen 106 anderen aansteken. Het cijfer is gebaseerd op de situatie van 1 maart.
Het aantal mensen dat zich liet testen bij de GGD, nam toe met 28 procent. Kinderen tot en met 12 jaar werden het meest getest. Het aantal vastgestelde besmettingen steeg in deze leeftijdsgroep relatief het sterkst, met 35 procent. Tegelijkertijd kregen kinderen het vaakst een negatieve testuitslag. Zo’n 5 procent droeg het virus daadwerkelijk bij zich.
De meeste besmettingen per 100.000 inwoners worden geconstateerd onder jongvolwassenen van 18 tot en met 24 jaar. Daarna volgen de leeftijdsgroepen van 25 tot en met 59 jaar, de pubers en daarna de jongste kinderen. Het aantal coronagevallen is nu het laagst onder 70-plussers, gevolgd door zestigers. Volgens steekproeven in de laatste week van februari ging driekwart van gevallen om de Britse virusvariant.