Column (Henk Massink): Hergebruik van fles, blik en dop
Veel mensen trekken in deze coronatijd met mooi weer de natuur in. En ze laten daar hun sporen na. Afval achterlaten zit ons in het bloed.
Bijna een eeuw geleden plaatste de ANWB al borden met de tekst ”Laat niet, als dank voor het aangenaam verpoozen, den eigenaar van ’t bosch, de schillen en de doozen.” Honderd jaar later zijn het niet alleen schillen en dozen. De massaproductie van plastics van na de Tweede Wereldoorlog zorgde voor heel veel plastic, dat overal rondslingert, en uiteindelijk voor een grote soep in de oceanen.
De oplossing die begin jaren zeventig van de vorige eeuw al werd geopperd, is hergebruik van grondstoffen en materialen. De aandacht daarvoor is in deze eeuw flink toegenomen. De Nederlandse overheid heeft wat dat betreft ook grootse ambities. In 2050 moet Nederland geheel circulair zijn. Dat staat in het grondstoffenakkoord dat de overheid in 2017 sloot met het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. In 2050 mag er geen sprake meer zijn van verspilling van grondstoffen, omdat we die allemaal hergebruiken.
Dat is best wel ambitieus. Maar dat moet ook wel, want zonder ambitie kom je geen stap vooruit. Een grote stap is recent gezet in het tegengaan van het verdwijnen van drankverpakkingen, zoals flesjes en blikjes in de natuur. Met ingang van 1 juli 2021 gaat de statiegeldregeling voor kleine PET-flesjes in en met ingang van 31 december 2022 voor blikjes. Voor grote PET-flessen is er al een statiegeldregeling.
Dit ging niet zonder slag of stoot, omdat dit systeem kosten met zich meebrengt voor de frisdrankindustrie. De fabrikanten hebben de gelegenheid gekregen om zelf te organiseren dat het percentage flesjes en blikjes dat in het milieu belandde fors zou verminderen. Dat is niet gelukt. Het aantal flesjes en blikjes dat op straat en op de hei terechtkwam, groeide alleen nog maar fors.
Het mooie van deze statiegeldregeling is dat die zal leiden tot minder afval in de natuur. Het statiegeld is een prikkel voor degene die het drankje genuttigd heeft om het flesje of blikje terug te brengen naar de winkel. Net als nu met andere flessen het geval is. Maar mocht de koper van het flesje of blikje het zelf niet willen inleveren, dan kan een ander dat doen. Voor iemand die naar een zakcentje op zoek is, ligt dat nu voor het oprapen.
Wat een mooie regeling is dit, die zoveel doelen tegelijk dient. Minder gebruik van grondstoffen door hergebruik van plastic en blik en minder vervuiling van onze leefomgeving. En het zakcentje voor wie dat nodig heeft. En nog iets, naar voren gebracht door CDA-Tweede Kamerlid en melkveehouder Maurits von Martels: geen risico dat koeien een blikje opvreten en hun ingewanden beschadigen.
Eigenlijk zouden we helemaal van het plastic af moeten en moeten overgaan op bio-plastics. Wetenschappers, bijvoorbeeld aan Wageningen Universiteit, werken daar al tientallen jaren hard aan. Bio-plastics maken ons minder afhankelijk van aardolie als grondstof en dit voorkomt dat stoffen die niet afbreken in de natuur komen.
Zolang we nog in deze plastic wereld leven, moeten we in ieder geval voorkomen dat plastic in de natuur komt en dat het zoveel opnieuw gebruikt wordt. Ik wil ter afsluiting en aanmoediging nog iets noemen waar ik onlangs op stuitte. De plastic doppen van flessen en pakken kun je sparen voor een blindengeleidehond. De organisatie voor blindengeleidehonden (KNGF) krijgt een vergoeding per kilo plastic doppen die zij inzamelt en verkoopt voor recycling.
De vraag komt dan natuurlijk direct op waarom we de flessen en pakken niet met dop en al inleveren. Dat is nu, voor zover ik het begrijp, nog niet vereist. De Europese Commissie heeft al eens de gedachte geopperd om verplicht te gaan stellen dat flessen een vaste dop hebben. Dan worden die vanzelf opnieuw gebruikt. Maar zolang dat niet het geval is, kunt u doppen sparen, hergebruik van plastic bevorderen en zorgen voor de opleiding van blindengeleidehonden.
De auteur publiceert over levensbeschouwing in relatie tot duurzaamheid.