Het dasje was samen met een ander babydasje en de vader en moeder tijdelijk ondergebracht bij een dierenopvang in het Belgische Opglabbeek. „Dit is soms hoe het met jonge dieren gaat. De sterkste overleven, de zwakkeren redden het niet altijd”, aldus Dries Damiaens van het Natuurhulpcentrum. „Dat geldt voor de natuur en dat is in ons opvangcentrum niet anders. Het tweede dasje maakt het op dit moment goed.”

Voor de overgebleven twee volwassen dassen wordt nog gezocht naar een nieuw leefgebied. Het mannetjesdasje blijft in het natuurcentrum tot het zelfstandig kan overleven in de natuur. De twee baby’s waren door hun moeder verstoten, omdat ze te lang van elkaar gescheiden waren.

De vier dassen werden enkele weken geleden midden in het broed- en zoogseizoen verplaatst vanuit hun leefgebied in Roermond naar de dierenopvang in België. Dat mag eigenlijk niet, maar de provincie Limburg gaf een ontheffing om snel woningbouw in het dassengebied mogelijk te maken. Dat leidde tot grote verontwaardiging bij meerdere natuurorganisaties. Zij vinden dat met de bouw best even gewacht had kunnen worden tot de kleine dieren groot genoeg waren om met de ouders naar een nieuw leefgebied te verhuizen. Dat zou in juli hebben gekund. Maar de projectontwikkelaar wilde zo lang niet wachten en kreeg een ontheffing van de provincie.

Vervolgens werd begonnen met het vangen van het dassengezin, vader, moeder en twee babydasjes. Moeder en baby’s raakten daarbij een tijd lang van elkaar gescheiden.

„Dit is precies waarom dassen in deze periode met rust gelaten moeten worden” zei Statenlid Pascalle Plusquin van de Partij voor de Dieren in een reactie. „De provincie heeft dit risico willens en wetens genomen. De kans op zo’n sterfgeval zou in de natuur heel klein zijn. Het andere dasje is kansloos in de de vrije natuur. Die kun je niet meer terugzetten.”