Die eisen legde D-Reizen en andere reisbureaus verenigd in de DTRU neer in een kort geding tegen Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR) en de overheid. Het inwilligen van de eisen moet voorkomen dat de bedrijven omvallen. Zet de SGR geen stappen, dan moet het garantiefonds namelijk voor veel meer kosten opdraaien als bedrijven failliet gaan, beargumenteerde de reisbureauketen.

Volgens D-Reizen hebben bedrijven ook vouchers uitgegeven aan klanten toen bleek dat reizen niet meer zouden worden uitgevoerd. Niet in alle gevallen was dat geld al overgemaakt aan de reisorganisaties, waardoor het reisbureau nu zelf voor het hele bedrag moet opdraaien. Volgens de onderneming is dat niet anders dan de situatie waarin reisorganisatoren verkeren.

SGR en de Staat zien dat anders en wijzen erop dat touroperators verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de reizen en dat de steun juist bedoeld is voor verkochte en betaalde pakketreizen. De reisbureaus hadden volgens het garantiefonds het geld gewoon direct terug moeten betalen aan de klanten. Bovendien staat Europees recht het niet toe dat ook andere organisaties in de reisbranche gesteund worden, menen zij.

De reisbureaus stellen in een reactie dat SGR te veel kijkt naar de regels en de situatie zoals die had moeten zijn en niet naar de situatie die daadwerkelijk is ontstaan. Daarmee kijkt het garantiefonds volgens hen niet naar de manier waarop de reisbranche en de consumenten geholpen kunnen worden. SGR stelt dat het geld dat het in beheer heeft door reizigers is betaald en voor hen bedoeld is en niet voor de reisbranche.

De rechter doet medio volgende week uitspraak.