China evacueert landgenoten uit Myanmar
De Chinese regering heeft Chinese ondernemingen die in Myanmar actief zijn gelast alle niet-essentiële werknemers en familieleden naar huis te sturen. Peking heeft sinds de staatsgreep in Myanmar terughoudend gereageerd en volgens tal van betogers tegen de coup staat het buurland achter de militaire junta. In het weekend zijn Chinese ondernemingen door betogers aangevallen.
De krant South China Morning Post meldt dat Chinese ondernemingen en projecten in Myanmar de opdracht hebben om iedereen het land uit te brengen wanneer het werk is stilgelegd. Bij bedrijven die nog doorgaan moeten de werknemers die toch al gauw zouden terugkeren, meteen naar huis. Ook Chinezen die op afgelegen plaatsen wonen of werken moeten daar weg.
Sinds de staatsgreep begin februari in Myanmar zijn er massale protesten en stakingen. Het internet is vaak afgesloten en banken zijn gesloten waardoor geen geld meer kan worden opgenomen. De Chinese overheid wil dat de landgenoten hun vertrek goed voorbereiden. Volgens een anonieme Chinese zegsman die aan een bouwproject werkte, ligt als gevolg van de staatsgreep vrijwel al het werk van de Chinezen inmiddels stil.
Een belangrijke reden om niet af te wachten is dat ondernemingen het doelwit zijn geworden van betogers die de communistische volksrepubliek als bondgenoot van de militaire coupplegers zien. Tientallen Chinese ondernemingen zijn zondag in de grootste stad van Myanmar, Yangon, aangevallen en vernield of beschadigd. Zeker twee Chinezen zijn daarbij gewond geraakt.
China heeft veel economische belangen in Myanmar, onder meer in projecten om er olie en gas te winnen. Het land is daarom onder meer betrokken bij de aanleg van wegen, havens en pijpleidingen. Peking is al jaren een belangrijke geldschieter voor de machthebbers in Myanmar. De waarde van de wederzijdse handel is naar schatting 12 miljard euro per jaar.