‘Uitstel prik vraagt veel veerkracht van kwetsbare ggz-patiënten’
Dat het coronavaccin van AstraZeneca uit voorzorg tijdelijk niet wordt toegediend, vraagt „veel van de mentale veerkracht van de zorgmedewerkers en kwetsbare patiënten” in de geestelijke gezondheidszorg, laat brancheorganisatie De Nederlandse ggz weten.
„Na de vertraging van de leveringen van AstraZeneca, is dit een nieuwe tegenvaller”, aldus de organisatie. Het levert ook „extra regelwerk” op, omdat de ggz-instellingen de vaccinaties zelf moeten verzorgen. Nieuwe bestellingen worden uitgesteld en de sector wacht de besluitvorming over het vaccin af.
„De zorgaanbieders die AstraZeneca geleverd hebben gekregen, mogen dit nu niet toedienen, maar bewaren dit nu onder de juiste condities”, benadrukt De Nederlandse ggz.
In de geestelijke gezondheidszorg zijn de eerste organisaties eind februari begonnen met het vaccineren van patiënten en zorgverleners met het middel van AstraZeneca. Ook andere organisaties waren graag begonnen met prikken. „Maar ook wij vinden het van het grootste belang dat dat veilig kan. We hopen dat er daarom snel uitsluitsel komt over de toepasbaarheid van AstraZeneca.”
De vaccinaties met het bewuste vaccin zijn stilgelegd omdat in Noorwegen en Denemarken zes meldingen zijn gedaan van mensen die kort na de prik last kregen van een combinatie van trombose (de vorming van bloedstolsels) én een tekort aan bloedplaatjes.
Het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) doet „grondig onderzoek”, ook naar andere meldingen over stollingsproblemen. Tegelijkertijd stelt het bureau vast dat het aantal incidenten met bloedstolsels „bij gevaccineerde mensen niet hoger lijkt dan in de algemene bevolking”. De voordelen van het vaccin - Covid-19 en alle gevolgen ervan voorkomen - wegen wat EMA betreft zwaarder dan de mogelijke risico’s op bijwerkingen, zeker gezien de zeer lage aantallen.