In november riepen D66-Kamerleden Sjoerd Sjoerdsma en Jan Paternotte op tot een parlementair onderzoek naar Chinese inmenging in Nederlandse bedrijven, in een opiniestuk in NRC. Brekelmans denkt ook dat „het heel goed is om dat te onderzoeken”. Brekelmans ziet dat echter liever in internationaal verband. „Ik ben het met Paternotte eens dat we hier te lang naïef in zijn geweest. (…) Maar als we écht iets willen veranderen, zullen we internationaal moeten optrekken.” Volgens Brekelmans moet je als Europa uiteindelijk „onafhankelijk worden van China, waardoor je je eigen positie aan de onderhandelingspositie versterkt”.

Paternotte en Sjoerdsma zeiden eerder dat ze zich zorgen maakten over economische spionage, cyberaanvallen en de intimidatie van de Chinese minderheidsgroep, de Oeigoeren in Nederland. Een parlementair onderzoek naar die Chinese spionage, zoals Engeland eerder deed, is volgens de D66’ers een goede stap. „Niet zozeer naar de invloed op de overheid, maar in het bedrijfsleven, universiteiten”, aldus Paternotte in het BNR-debat.

Een parlementair onderzoek wordt uitgevoerd door de Eerste of Tweede Kamer, of een speciale commissie daarvoor. Het is een minder zwaar instrument dan een parlementaire enquête. Zo kunnen getuigen niet door de rechter worden gedwongen mee te werken.